Korte ilkdedeelingei).
Een noodkreet oS de stomboeknummers 90.000 en hooger.
Het bovenstaande neerschrijvende, geloof ik, dat menig colega
ook in de rimboe gezeten, waar men den fuselier veel beter leert
kennen dan in eenig garnizoen op Java, wel zal instemmen met
mijn noodkreet. Wat 't gehalte van de Javaansche fuseliers betreft,
is ons leger in de laatste paar jaar geweldig achteruit gegaan. Bij
mij is langzamerhand geheel de lust eruit gegaan om 't bevel te
voeren over zoo'n zoodje militairen.
Militairen? neen, 't zijn geen militairen, al loopen ze in uniform.
Men neemt in den laatsten tijd maar aan en ik voor mij zou wel
eens willen weten, hoeveel ontslagen boeven en ander gespuis er
tegenwoordig onder onze jongste lichtingen Javanen rondloopen.
Wat men vroeger van onze Europeesche kolonialen zei, kan men
nu ook zeggen van de Javaansche militairen der laatste 4 jaren.
In de Inlandsche maatschappij mislukte individuen, die ten einde
raad maar teekenen om te eten te hebben.
En wat 't meest merkwaardige is, als wij aanvulling ontvangen
hier in de rimboe van Java, dan bestaat zoo'n contingent immer
uit de nieuwste stamboeknummers.
Deze nummers moeten ongetwijfeld in de controle bij de com
pagnieën en veldbataljons op Java achterin staan.
Wordt dan tegenwoordig, zoodra er van een compagnie militairen
worden gevraagd voor aanvulling buiten, de Controle van achteren
naar voren opgeslagen, om zoodoende dat jonge gespuis zoo spoe
dig mogelijk weer kwijt te zijn? Ik heb dien indruk gekregen,
want aanvulling van militairen met stamboek-No. 70.000 tot 80.000
heb ik ,de Iaatstepaar jaar niet meer gezien.
Militairen, pas uit militaire detentie meestal wegens desertie
dan wel diefstal daartoe veroordeeld ontslagen, worden tegen
woordig onmiddellijk naar buiten gestuurd, in plaats hen eerst een
jaar of twee weer in 't militaire gareel te laten loopen, om hun
de noodige, hun ontbrekende militaire eigenschappen aan te laten
leeren.
Er zijn hier fuseliers aangekomen, die na hun depotopleiding
nog geen jaar bij een Veldbataljon hadden gediend. Dit is beslist
veel en veel te kort, vooral daarbij in aanmerking genomen, dat
door 't groote gebrek aan officieren zoowel als onderofficieren
bij de veldbataljons de eindopleiding van een fuselier aldaar aller
treurigst moet zijn.
141