En er zijn middelen van nobeler allooi dan de hierboven ge wraakte lk maak mij alweer tot tolk van den heer Honcoop, die te dezen opzichte ook niet in gebreke blijft. Hij noemt het reeds genoemde Duitsch-Amerikaansche stelsel een systeem, waarbij „men zeker (is) van de goede uitvoering", dat „uit moreel oogpunt beter (is) dan het medegeven der prophylactica*. Maar bovenal: „De niet besmette jeugdige schepelingen houde men strenge onthouding voor, en wijze op het groote gevaar, dat zn loopen, tevens uiteenzettende, dat de prophylactica medisch niet af doende geacht worden en men hoede zich er voor, hun de wijze te leeren, waarop zij de prophylatica moeten gebruiken". En ook: „Anderzijds worde er voor de schepelingen en officieren wat meer gedaan dan tot nu toe. Door ruime subsidies aan mili taire tehuizen in Oost-lndië, geplaatst op vroolijke plaatsen in de bovensteden, door ruime boekenkeuze aan boord, door huisvlijt enz. enz. trachte men de schepelingen te houden uit Chineesche gelegenheden en bordeelen". Het lijkt ons toe, dat er in het aangehaalde weinig veranderingen noodig zijn om het geheel op de landmacht toe te kunnen passen. En wat zou een legerbestuur, dat in zoo'n richting werkzaam wilde wezen en iets tot stand bracht, zich een waardigen naam verwer ven, welke ook in de toekomst met eere genoemd zou blijven. Mijnheer de Voorzitter, ontleende ik deze beschouwingen in hoofd zaak aan een artikel uit de Banier, het doet mij genoegen, dat eerr artikel in denzelfden geest van hetgeen ik hier zeide, voorkomt in het laatste nummer van het orgaan van de Nederlandsch-lndische officiersvereeniging. Ik vind daar een zeer belangrijke artikel over dit vraagstuk, van Dr. Hermans, waaruit ik mij veroorloven zal het een en ander voor te lezen. „Ik geloof", zoo schrijft hij, „dat een stroom van de beste ge neesmiddelen en gaande door de meest deskundige handen de geslachtsziekten bij het Indische leger niet noemenswaard zal in aantal doen verminderen. En evenmin als een kazerne, welke op het punt staat van instorten door een gebrek aan de fun deering te redden is door het dichten van de scheuren, welke in de muren ontstaan, evenmin zal de geslachtsziekte doelma tig bestreden kunnen worden door het eindeloos herhaald the rapeutisch optreden tegen zieken, die door de omstandigheden waarin zij verkeeren, reeds zoover van de norma zijn afge dwaald, dat zij deze niet meer kennen. Vele oudere fuseliers vinden nu eenmaal iemand, die niet aangetast is, geen kerel. En of nu al deze lijders behandeld worden in of buiten het hospitaal, of waar ook, indien men ze goed wil behandelen, verslindt dit steeds een enorme massa arbeidsvermogen en kapitaal en ver- eischt een groot deskundig personeel". Dr. Hermans geeft ook eenige getallen, die den omvang van het kwaad doen zien. 154

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 56