„In het militair hospitaal te Tjimahi werden gedurende een half jaar behandeld voor geslachtsziekten het volgende aantal lijders: korps genietroepen: 120; kaderschool: 29; 4e eskadron cavalerie: 42; depot bereden artillerie: 43; 2e afdeeling veld artillerie: 67; 4e bataljon infanterie: 192; 9e bataljon infan terie: 130; 4e mitrailleur-compagnie: 11; hospitaaldienst 18; militaire strafgevangenis: 6; Bandoeng: 327; totaal teenige kleine posten zijn hier niet genoemd) meer dan 1000 patiënten Hoeveel is dit wel? Daarbij niet te vergeten, dat vele patiënten niet onder behandeling komen en er een auto therapie op na houden, en dat de loopende patiënten niet in deze getallen zijn begrepen. En als ik er dan nog bij voeg, dat een onschuldig uitziend geval in zijn gevolgen vaak funest is, speciaal op lateren leeftijd, dat de syphilis hier in een kwaadaardigen vorm optreedt, zooals in Europa niet wordt waargenomen, en vaak aanleiding is tot vele kwaadaardige en onherstelbare complicaties, dat door het lijden aan geslachts ziekten steeds een aanmerkelijk percentage van den troep uitvalt of afwezig is, dat de stemming bij den enkeling en de massa op den duur door geslachtsziekten gedeprimeerd wordt en last not least vele bruikbare elementen door de gevolgen van het lijden ongeschikt worden voor den dienst, dan geloof ik, dat niemand de oogen voor dezen toestand mag sluiten en dat het hier een kwestie geldt, welke ieders dringende medewerking noodzakelijk maakt en juist hier is 't, dat de troepofficier zij aan zij hoort te staan met den officier van gezondheid. De uitdrukking: „Je krijgt den toestand toch niet beter" is toch eigenlijk al te lang gebruikt. in de allereeste plaats acht ik het van het grootste belang zorg er voor te dragen, dat de nieuwe elementen, welke de gelederen van ons leger komen versterken, niet geïnfecteerd worden, vóór ze 't zelf weten. Er zullen vermoedelijk wel bepalingen en voorschriften bestaan, omtrent het voorlichten van de nieuwe soldaten, maar belangrijker is de vraagworden deze bepalingen opgevolgd en zoo ja, welke zijn de resultaten. Voor eenige maanden arriveerde in Indië een detachement van omstreeks veertig manschappen, welke ik in de gelegenheid was gedeeltelijk na te gaan. Van deze veertig jonge kerels zijn er op het oogen- blik, voor zoover mij bekend is, meer dan dertig hetzij sy- philitisch, hetzij met andere geslachtsziekten geïnfecteerd. De resteerenden zullen wel niet lang op zich laten wachten 1 Voor waar een schoon resultaat van de huidige prophylaxe! Maar hoe dan wel? Laat ons beginnen met den jeugdigen fuselier volkomen op de hoogte te brengen van de gevaren, welke hem bedreigen, maar laat ons deze werkzaamheid dan ook niet beschouwen als een diensttaak, maar als een plicht van mensch tegen mensch. Vergeten we niet en 't is me zoo vaak gebleken dat als een jonge kerel met veel ophef U komt mededeelen, dat hij zijn eerste vrouwenziekte te pakken heeft en daarbij doet, alsof hij een overwinning behaald heeft, dat er dan zoo 155

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 57