had aangelegd, waarvan er drie aan de west en twee aan de oostzijde van het heuveltje lagen, alle met het front naar het noorden en oosten. Hoewel de omringende heuvels het terrein der bentengs do mineerden, waren door de zware begroeiïng alleen de daken der nachtverblijven zichtbaar. Het terrein aan de oostzijde der paja bestaat uit een reeks met alang-alang begroeide heuvels, met eene algemeene richting van noord naar zuid, ten zuiden der paja aansluitend aan den heuvel van Koenjit. Ook in het noorden loopt een hier echter bijzonder smalle heuvelrug in het moeras uit. Langs dien uitlooper kan men 's vijands positie nog het best naderen, n. 1. tot 35 M., en de colonnecommandant had zich dan ook voorgenomen, op dat punt een brug te doen aanbrengen, om den vijand aan zijn kleed te kunnen komen. De domineerende kruin der oostelijke heuvels was wat verder van de stellingen verwijderd, n. 1. van 250 tot 700 M. Niet alleen de heuveltjes in het moeras, maar ook deze paja zelf, waren dicht met boomen en struiken begroeid. 's Morgens 5 uur verliet de colonne Padang-Tidji en marcheerde met de compagnie Schroder aan het hoofd, langs de spoorbaan tot het heuvelterrein in de moekim Beureuleung, trok dit door, om uit den zuidrand van de gelijknamige gampong de sawah naar gampong Reubèë over te steken. In den westrand van deze gampong gekomen, trok de voorste compagnie westwaarts het heuvelterrein in, dat zich ten noorden van 's vijands positie bevond, om aldus den uitlooper te bereiken, waarvan boven reeds sprake was. De andere compagnie marcheerde eerst door Reubèë, stak toen over naar de oostelijke grensheuvels der paja, om den domineerenden kruin tegenover de bentengs te gaan bezetten. Nauw deboucheerde de voorste compagnie ten 8.15 v. uit den rand van gampong Reubèë, of de vijand gaf door eenige schoten uit de paja blijk, dat hij van de komst der troepen goed onderricht was. Ook de achterste compagnie werd bij het betreden van den heuvelrug met een levendig vuur uit voor- en achterladers, lilla's en donderbussen begroet. Dat kostte haar al dadelijk één gewonde, een Inlandsch sergeant, die zich bij het zoeken naar een goede opstellingsplaats voor zijn'groep, wat veel bloot gaf. 's Vijands vuur werd op de toen gebruikelijke manier met salvo's beantwoord. Van de 2 secties der compagnie (er waren er 3), die in de vuurlinie kwamen, nam de eerste de meest westelijke, de 105

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 7