gestraft wordt, verdient het. De commandant, toen kapitein B, was heel humaan; als hij zag, dat er bij ons een beetje goeden wil inzat, dan trachtte hij ons te redden. Verscheidenen heb ik er weer naar het leger zien terugkeeren". Dat de in het openbaar bekend gemaakte bedoeling, welke bij het oprichten van den bond zou hebben voorgezeten, nl. lotsverbetering voor de militairen te verkrijgen, slechts een voorwendsel was om het eigenlijke doel te verbergen, daarop wijst het voorgaande. Maar ook wijst daarop de tegenwerking, welke elke poging om het lot van den soldaat te verbeteren van de werkelijke leiders van den bond ondervond. Hoe zij daartegen ageerden, kan blijken uit het ondervolgende. Verleden jaar werd door officieren en burgers te Soerabaja een schaakclub opgericht, waaraan verschillende minderen deelnamen. Onder hen bevond zich de toenmalige voorzitter van den solda= tenbond. Op last van Brandsteder hebben toen de soldaten, voor zoover zij aangesloten waren bij dien bond, hun lidmaatschap van de schaakclub moeten opzeggen, terwijl het feit, dat de voorzitter van den bond aansluiting had gezocht bij de officieren, Brandsteder aanleiding gaf hem te noodzaken zijn functie in het bestuur van dien bond op te geven. Dezelfde actie is gevoerd tegen de pogingen van de legervereeni- ging om werkzaam te zijn in het belang van de mindere militairen. Elke poging, in dien zin van die vereeniging uitgegaan, is evenals elk streven uitgaande van officieren en/of burgers om het lot van den soldaat draaglijker te maken, onveranderlijk verdacht gemaakt, steeds werden en worden de leden van den bond aangespoord om zich van dergelijke pogingen afzijdig te houden. Nu zegt de heer Cramer, dat het geven van kerstge chenken en dergelijke niet het middel is om toenadering tot de soldaten te zoeken, maar dat ben ik niet met hem eens. Ook ik weet, dat de positie van den Europeeschen soldaat in Indië zeer moeilijk is, doch ook dat de maatschappij zeer veel kan doen om die positie te verbeteren t-n daartoe ook bereid is. Die verbetering zou ik wenschen in dien zin, dat de burgerij zich meer met den man bemoeit en hem de gelegenheid biedt zich niet alleen in het oog van anderen, maar ook in eigen oog te releveeren. Maar daarvoor is het noodig, dat toenadering wordt verkregen, dat men met elkaar in contact komt en om daartoe te geraken kunnen de pogingen in den laatsten tijd aangewend dienen. Uit dit oogpunt beschouwd, moet ik het in zeer hooge mate afkeuren, dat men alle pogingen om contact te verkrijgen verdacht maakt en tegen werkt, omdat men op die wijze het oogenblik verschuift, waarop inderdaad het lot van den soldaat afdoende verbeterd zal zijn. Ik voor mijn persoon ben overtuigd, dat de werkelijke leiders van den bond er naar streven om het raderen tot dit einddoel zoo krachtig mogelijk te belemmeren en zulks om op die wijze de verwezenlijking van hun politieke plannen te bevorderen. Ging het aldus ten aanzien van de pogingen van particulieren, bij de maatregelen van de Regeenng is een andere tactiek gevolgd. Ten opzichte daarvan kom men geen afzijdigheid aanbevelen; die 179

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 81