Ik moet er aan toevoegen dat het werk van randsteder inderdaad in sommige opzichten juist is en ik heb nooit ontkend, dat er mis standen in het leger zijn, waar al 2 jaar met kracht aan verbetering wordt gewerkt en waarmede zal voortgegaan worden, zoolang ik daartoe mijn invloed kan aanwenden. Maar in het werk van Brandsteder wordt alleen op de donkere zijde gewezen, de lichtzijde wordt nimmer vertoond. En niet alleen, dat de lichtzijde niet vertoond wordt, het werk is in meerdere op zichten onwaar. Daar worden zaken in medegedeeld, die mogelijk in het grijze verleden juist kunnen zijn geweest, doch niet meer van den tegenwoordigen tijd zijn. Verder meent de heer Cramer, dat de militaire geest heeft afge daan. De heer Cramer: Niet overal. De heer Van Rietschoten, Commandant van het Leger, Hoofd van het Departement van Oorlog: Ik wilde er op wijzen, dat de militaire geest juist in den laatsten tijd aan het opleven is. Ik noem in het bijzonder Engeland, Amerika, Japan. De heer Cramer: Engeland zeer zeker niet. De heer Van Rietschoten, Commandant van het Leger, Hoofd van het Departement van Oorlog: In Engeland zeer zeker wel! Naar mijn oordeel is de militaire geest daar na den oorlog krachtiger dan voor en tijdens den oorlog. De heer Cramer: Ze hebben zich met hand en tand tegen de militie verzet. De heer Van Rietschoten, Commandant van het Leger, Hoofd van het Departement van Oorlog. Enkele partijen. De heer Ci am er: Neen, de groote massa van het volk! De heer Van Rietschoten, Commandant van het Leger, Hoofd van het Departement van Oorlog: Mag ik naar aanleiding van dit onderwerp een enkel voorbeeld aanhalen: Het is kranten- lectuur, maar over andere beschik is op het oogenblik nog niet. Na den val van Oostenrijk-Hongarije en de afscheiding van laatst genoemden staat heeft Hongarije gekregen een zeer vooruit strevend bestuur zal ik maar zeggen, aan de fijnere onderscheiding durf ik mij niet te wagen. Dit vooruitstrevend Hongaarsch bestuur meende aan alle bestaande instellingen zoo spoedig mogelijk een eind te moeten maken en het bracht dan ook een weermacht samen, natuurlijk, want elk bestuur moet gesteund worden, doch in dit nieuwe systeem was geen plaats voor de vroegere aanvoerders en instellingen, maar gold alleen de wet van den soldaat Deze koos de aanvoerders; soldatenraden oordeelden en beslisten over straffen, over geschillen, over militare operatiën, kortom over alles, wat naar 181

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 83