voordat zij in Holland worden aangenomen, terwijl tal van anderen,
men denke slechts aan de bureautopografen, die volgens deze voor
stellen dezelfde traktementen krijgen als de stafmuzikanten, worden op
geleid, zonder dat zij één cent daaraan ten koste behoeven te leggen.
De heer Stokvis: De opleiding aan de muziekschool kost ook
niets.
De heer Pabst: Maar gedurende de opleiding verdienen deze
menschen niets en voor menschen uit dien stand is dit zeker wel
een bezwaar.
Verder wilde ik er op wijzen, dat, wanneer de uitzending van
ongegradueerden uit Nederland geslaakt wordt, het korps proefgan-
gers en leerlingen, die nu uit de gelederen in Indië worden getrok^
ken, zal moeten missen en aangewezen zal zijn op uitsluitend aan
werving van volwaardige muzikanten uit Nederland.
Al deze overwegingen hebben eenige leden, waarbij ik mij heb
aangesloten, aanleiding gegeven tot de vraag in het Afdeelingsver-
slag, of er eenige kans bestaat, dat met de nieuwe voorstellen, de
toeloop tot het corps verzekerd is en het verloop zal verminderen
Wij hebben daarop een antwoord gekregen, dat ons niet veel wijzer
maakt, nl. dat, wanneer het verloop blijft als tegenwoordig en de
toeloop niet vermeerdert, zulks bezwaarlijk aan de traktementen
geweten kan worden. Wanneer dit niet aan de traktementen
geweten kan worden, zou ik willen vragen, waaraan dan wel. Anders
zou vrees bestaan, dat zelfs belangrijke uitgaven ten bate van het
personeel het korps niet op peil kunnen houden.
Ik zou hier de vraag willen stellen, of het niet mogelijk is van
de menschen, die hier geboren zijn, Javanen, Amborneezen of Mena-
doneezen, muzikanten te maken. Dan zij wij in eens van die hooge trak
tementen af, welke noodig zijn om menschen uit Holland te krijgen.
Ik kom nu op iets anders, n.l. op het reisreglement en op de com
missie, welke de Regeering zal hebben voor te lichten over de bezoldi
ging van de burgerlijke landsdienaren, werkzaam bij de technische in
richtingen van de verschillende takken van gouvernementsdienst. Het
Afdeelingsverlag heeft aangedrongen op spoed bij de vaststelling van
deze beide zaken. Ik heb mij teleurgesteld gevoeld, dat de Memorie var.
Antwoord daaromtent geen enkele toezegging doet en daarom zou
ik van deze gelegenheid gebruik willen maken om nogmaals op
spoed bij de regeling van deze twee onderwerpen aan te dringen.
Het is algemeen bekend dat een afdoende vergoeding der reiskosten
bij overplaatsingen minstens even noodig is als een herziening van
de maandelijksche traktementen. Ik behoef geen voorbeelden,
aan te halen om te bewijzen, dat ieder, die met zijn gezin op reis
moet, er heel wat op moet toeleggen, omdat de vergoeding van de
reiskosten zoo buitengewoon gebrekkig geregeld is. Ook is spoec
noodzakelijk bij de instelling van bovenbedoelde commissie: het
gaat niet aan om burgerlijke ambtenaren bij de technische militaire
inrichtingen nog langer te laten wachten op lotsverbetering, welke
hen zoo hoog noodig is, terwijl hun militaire collega's door deze
voorstellen ruim worden bedacht
322