Schriftelijke uragen gesteld op het
Toelatingsexamen tot de Boogere
Krijgsschool in San. 1920,
TACTIEK.
Ie Vraag. (1 uur).
Wat verstaat de Leidraad nachtelijke oefeningen onder „verzamel-
stelling" en wat onder „ontwikkelingsstelling"?
Wat schrijft deze leidraad voor omtrent het voorwaartsgaan
van de verzamelstelling tot de ontwikkelingsstelling?
2e Vraag. (3/4 uur).
Welke soorten van artilleriestellingen onderscheidt het Voor-
loopige Gevechtsvoorschrift voor de Bereden artillerie?
Wat is het onderscheid tusschen de verschillende soorten?
Welke factoren moeten bij de keuze van batterijstellingen ais
gunstig en welke als ongunstig worden beschouwd?
3e Vraag. (H uur).
Over welken munitievoorraad beschikt een bataljon Infanterie van
het N. 1. leger en de daarbij behoorende afdeeling geweermitrail
leurs? Hoe wordt deze munitie medegevoerd?
4e Vraag. (1 uur).
Over welke middelen voor het overbrengen van berichten eri
bevelen beschikt de Commandant van eene Brigade van het N. 1.
leger?
Geef beschouwingen over de waarde van verschillende verbin
dingsmiddelen als vorenbedoeld.
5e Vraag. (114 uur)
(Kaartbladen Preanger Regentschappen 150.C00, bladen Hi. IV en V).
VnnrhnoHp Eene roode troepennacht ter sterkte van een N. 1.
nji ii Brigade marcheert van Gekbrong (Blad III C 5) over
ML majoor s. Djamboedipa (Biad III C 6) en Tjiandjoer in de richting
CI min I oltaf van jjirandjang (Blad V).
en 14 man- je 3 n bereikt de voorhoede (samenstelling in mar-
Inl. IX. gine) met den hoofdtroep den aloon2 te 1 jiandjoer,
MI Sie alwaar de voorhoede commandant het volgende lege
s' 1 Sie. ringsbevel ontvangt
335