NEDERLANDSCHE TAAL.
(VA uur).
Maak een opstel, een afgerond geheel vormende, over een der
ondervolgende onderwerpen
1. De Volkerenbond.
2. Nederland en België.
3. Stroomingen in de Indische Maatschappij.
ENGELSCH.
(IK uur).
Maak een opstel, dat een afgerond geheel vormt over een der
volgende onderwerpen:
1. België en Nederland.
Punten. Nadeel gemis vrijen uitgang naar zee. Welk belang
heeft België bij het bezit van den Scheldemond? Welk
belang bij dat van Limburg? Zou laatstbedoeld bezit
strategisch voordeeiig zijn voor België (meer op-
marschwegen uit Duitschland). Inwilliging van België's
eischen zou ten nadeele komen van Nederland. Stemming
bevolking van Zeeuwsch- Vlaanderen en Limburg ten aanzien
van de Belgische eischen. De eischen beschouwd j/an
een moreel standpunt (hulp van Nederland aan België
gedurende den oorlog).
2. Het Vliegxvezen.
Punten. De strijd zwaarder of lichter dan de lucht. De enorme
invloed van den oorlog; techniek, groot aantal na den
oorlog aanwezige vliegeniers en toestellen, waardoor
toestand bijzonder gunstig voor toepassing voor vredes
doeleinden—post, passagiersvervoer. Toekomstbeelden.
3. Manoeuvre indrukken.
Punten. Algemeen belang van manoeuvres. Leerschool voor aan
voerders en minderen Nut van eene dergelijke voorbe
reiding. Toch nimmer de werkelijkheid te benaderen.
Waarom niet? Hoe reageert de troep op goede of minder
goede verpleging, op ongerieflijkheden? En de officieren?
Voordeelen van eene officiersgamelle. De manoeuvres
beschouwen uit een oogpunt van gezelligheid. Terugzien
van oude kameraden. Typisch verschil met manoevres
in Europa.
FRANSCH.
(1M uur)
Maak een opstel, dat een afgerond geheel vormt, over een der
volgende onderwerpen
337