Tegenover de bewering van hen, die een afzonderlijke straf wetgeving niet noodig achten, kan opgemerkt worden, dat juist, omdat een Leger en een Vloot een organisch geheel vormen en in hoofdzaak door middel van dwang bijeen gebracht en bijeengehouden moeten worden, waardoor en daarenboven door de omstandigheid, dat op de krijgsmacht zware verplichtingen rusten en de haar toebedeelde buiten gewoon gewichtige taak noodwendig het aanzijn moeten geven tot een trapsgewijze hiërarchische verhouding, zooals ze nergens in de maatschappij elders wordt opgelegd, dan ook een bijzonder stel gebod- en verbods- bepalingen dienen vastgesteld te worden voor de weermacht 1). Daarnaast dient opgemerkt te worden, dat later bij de behan deling van de herziene Rechtspleging Mr. van Hamel getracht heeft voor overtredingen den kantonrechter te laten optreden 2). Een ander denkbeeld, dat naar voren gebracht is, beoogde aan het gemeene wetboek van strafrecht een titel toe te voegen, die dan de militaire delicten bevatten zou en dus een uitbreiding te geven aan vd. Wetboek, waarbij gewezen werd op het feit, dat toch aan scheepvaartmisdrijven ook een afzonderlijke titel gewijd was. Men zou kunnen wijzen, dat daardoor aan dat wetboek een ongewone uitbreiding gegeven zou worden, terwijl men toch met het militaire strafstelsel en andere afwijkingen van het algemeen gedeelte zat. Ook werd door enkele leden opgemerkt, dat het Wetboek van Militair Strafrecht van andere beginselen uitging, dan het gemeene, doch deze zonder eenig bewijs gedane opmer kingen kunnen, wie de opzet daarvan nagaat, dadelijk op zijde geschoven worden. Ad II. Bij de opstelling van de militaire Wetgeving in het begin der ne gentiende eeuw heeft men blijkbaar aan de mogelijkheid van één Wetgeving voor Land» en Zeemacht niet gedacht; in het U reeds bekend advies van van Puttkamer en Tiboel Siegenbeek wordt daarover wel gesproken, doch men zag de verwezelijking er van niet in, daar de toestanden bij de Zeemacht en dienten gevolge de uit te vaardigen straffen geheel anders waren 3). (1) Militair Straf en Tuchtrecht deel 1, blz. 18 e. v. (2) Zie mijn opstel: overtredingen in het Militair Straf- en Tuchtrecht en hare berechting in Indisch Tijdschrift van het Recht dl 108 blz 361. (3) Zie blz. 219 te voren. 227

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 13