Ad IV. Wie onder de rechtsmacht van den militairen rechter
vallen, laat het Wetboek van Militair Strafrecht in het
midden, in het bij de Tweede Kamer ingediende Ontwerp-
Invoeringswet Militair Straf- en Tuchtrecht vinden wij in
titel VIII bepalingeu omtrent de rechtsmacht van den mili
tairen rechter opgenomen; zoo wordt in 1 bevattende
algemeene bepalingen ter zake aangegeven, a. dat de militaire
rechter kennis neemt van de strafbare feiten begaan door
militairen behoudens de uitzonderingen bij de wet bepaald
en verder b. van de bepaalde strafbare feiten begaan door
hen, die ten aanzien van zoodanige feiten bij de wet met
militairen zijn gelijkgesteldvoorts c. begaan door hen,
die bij een op voet van oorlog gebrachte krijgsmacht in
dienstbetrekking zijn of haar met toestemming van de mili
taire overheid vergezellen of volgen; d. van de misdrijven in
geval van oorlog, door wien ook begaan, in een in staat
van beleg verklaard gedeelte van het grondgebied des Rijks,
en voorkomende in een der titels 1 en 2 van het Tweede
Boek van het Wetboek van Strafrecht (1) of in het Wetboek
van Militair Strafrecht; voorts e in geval van oorlog van
de strafbare feiten, begaan in een in staat van beleg ver
klaard gedeelte van het grondgebied des Rijks, wanneer de
burgerlijke rechter, die volgens de wet in eerste instantie
had moeten rechtspreken, niet In staat is daarvan kennis te
nemen dan/, van de strafbare feiten op de door de Nederland-
sche krijgsmacht geheel of ten deele bezet vijandelijk gebied,
door wien ook begaan, indien eenige Nederlandsch belang
daardoor is of kan worden geschaad, tenzij het feit niet
strafbaar is gesteld bij het Wetboek van Militair Strafrecht
en de oorlog een einde heeft genomen
Van belasting strafzaken en van strafbare feiten begaan
door ministers, hoofden van de Departementen van algemeen
bestuur of door militairen, leden van de Staten Generaal
neemt de militair rechter geen kennis, behoudens in de
gevallen sub d f vermeld.
Is een feit strafbaar gesteld in het Militair Strafwetboek,
dan staat de deelnemer, al valt hij onder gewone omstandig
heden, niet onder de jurisdictie van den militairen rechter
voor dezen terecht.
(1) Misdrijven tegen de veiligheid van den Staat en die tegen de Ko
ninklijke waardigheid.
229