ger gelegen benteng c. Vond men op de noordelijke helling nog dekking tegen dat uit de loopgraven, aan den voet, en de in zinking b, was dat weer niet het geval. Uit benteng a kon men enfileervuur verwachten. Zijwaarts van de landtong was de paja flink begroeid. Reeds eerder merkten wij op, dat de heuvelkam, oost van de paja, het geheele stellingcomplex domineerde. Aan den oostvoet van die kam was een soort dal, dat een veilige verzamelplaats bood, terwijl van den nog hoogeren rand aan gene zijde de afdaken binnen de stelling en zelfs de wallen der bentengs a en c zichtbaar waren. Op 4 Maart te voren had de troepencommandant daar een paar bruikbare artilleriestellingen aangetroffen. De hooge boom bij A kon zeer goed als observatiepunt dienst doen Daarvan was de vijand ook overtuigd; tijdens het gevecht, richtte hj herhaaldelijk zijn vuur op dien boom. Van heuvel B. was alsmede inzicht te krijgen, echter uitsluitend op benteng a, de begroeiing benam men westwaarts de gelegenheid daartoe. Op de landtong vond men op 475 M. Noordwest van benteng a ook een boom, waaruit zoowel a als c goed te zien waren, maar ook dat punt genoot voortdurend 's vijand belangstelling, d.w.z stond onder vuur. Bij de verkenningen en het gevecht op den 4en was gebleken, dat tal van paden op veenachtigen bodem door de paja naar den zuidoostkant van het eiland leidden. Uit de talrijke vejfakkingen en paggers, waarmede de vijand die afgesloten had, viel op te maken, dat hij ze als bruikbaar beschouwde. Onze verkenners deelden die meening niet en vonden ze te diep. Ten einde de tegenstanders voor goed uit de Paja Reubèë te ver drijven en zooveel mogelijk bendeleden onschadelijk te maken, rukte Luit. Kolonel van der Wedden den 8sten Maart 6.30 v. van Pa- dang Tidji uit met eene troepenmacht van de volgende samenstelling: Staf van den bevelhebber: wd. Chef van den Staf: Adjudant: Marechaussees: Kapitein B. M. Goslings, le Luitenant-Adjudant W. C. Gerlach. Comdt. Kap J. La Gordt DiLLiÉ. 5 bri gades, sterk3 officieren, 98 minderen, 1 ziekenverpleger en 1 handlanger. 2 brigades onder luit. H. F. Aukes, sterk 36 minderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 25