om na voldoende voorbereiding door artillerie- en infanterie- vuur, als stormcolonne de vijandelijke posities te vermeesteren. d. De 4e compie. van het 14e bat. onder Kapt. de Voogt met de 2 brigades maréchaussées onder Luit. Aukes moesten stelling nemen op de heuvels recht oostelijk en zuidoostelijk van 'svijands positie; speciaal werd haar opgedragen op de benteng a zoo veel vuur af te geven, dat de bezetting verhinderd zou zijn, om zich bij de verdedigers van het noorderfront te voegen. e. de bergartillerie, waaraan de halve 3e compie. van het 12e als dekking was toegewezen, zou zoo mogelijk een tweetal stellin gen innemen (I en II op de schets) om zich in te schieten op de bentengs a en c. de 2e helft van de 3e compie van het 12e bat. had zich op te stellen zuid van- en in aansluiting met de afdeeling van luite nant Aukes. g. de 5 brigades van Kapt. La Gordi Dillié kwamen weer zuid en zuidoost van de voorgaande afdeeling. h. het detachement van Sigli zou 7 u. 10 v.m. te Beurabo uit uit den trein stappen, rechtstreeks naar Hago marcheeren met de gelijke opdracht, als de afdeelingen uit en g., n. 1. „uit de paja vijanden onschadelijk maken." Volgens het vastgestelde plan zou de infanterie beginnen met haar vuur dat van den vijand uit te lokken, opdat men diens sterkte kon schatten en tegelijk de artillerie gelegenheid zou hebben haar doelen te bepalen. Met granaten en granaatkartetsen zou vervolgens de verdediging dermate worden geschokt, dat de afdeelingen b en c tot het slaan eener brug konden overgaan, om den troep sub. a in de gelegen heid te stellen den storm te beginnen. De artillerie had op die wijze tevens voldoende tijd om hare stellingen te verkennen. Was dit wapen eenmaal „tot vuren gereed", dan zou een signaal voor de le compie. v.h. 14e bat. worden gegeven, om de voor de beschieting naar het kopje h voor uitgeschoven sectie terug te halen, tot buiten het op c gerichte artillerie- vuur. Voor den brugslag zou de troepencommandant nadere bevelen geven. Nog werd bepaald, dat na het gevecht een kanonschot bij wijze van sein zou worden gelost, daarna konden de onderscheidene afdeelingen op eigen gelegenheid huiswaarts keeren. 239

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 27