Het artillerievuur werd nu gestaakt, waarop de tegenstanders in de bentengs a en c door voorlaadschoten onmiddellijk blijk gaven, dat ze nog niet verdreven waren. De sectie Voorwijk kreeg opdracht van stelling te verwisselen en in III bij hoogte A in batterij te komen, de sectie Blits om het vuur te heropenen. De infanterie bezette weer den geheelen kam der heuvels, waar die door eerstgenoemde sectie verlaten was. In stelling III gaf de sectie Voorwijk aanvankelijk granaatvuur af tegen benteng c en vervolgens na eene frontverandering in zui delijke richting G.K. vuur tegen benteng a. Nog later werd door verplaatsing der sectie naar den rand der hoogte de mogelijkheid geopend kartetsvuur op de loopgraven en vluchtende Atjehers bij d af te geven. De troepencommandant had zich inmiddels naar de compagnie Schroder begeven en de kreebruggen der artillerie medegenomen - de order achterlatend om het vuur der stukken weer te openen op het signaal „het geheel voorwaarts" voor de aanvalscolonne. Alle vijandelijke versterkingen moesten dan beschoten worden benteng c echter uitsluitend door de sectie Voorwijk. Bij de compagnie Schröder komende, bevond de Overste, dat ééne sectie artillerie nabij C eene zeer goede opstelling zou vinden waarom de sectie Blits opgedragen werd, daarheen van stelling te verwisselen. De pionierafdeeling der batterij bestaande uit den Eur. serg. Kloet, 1 korporaal en 6 kanonniers, kwam om half twaalf met de kreebruggen bij C. aan. Luitenant Schultz wiens taak als waar nemer bij A. afgeloopen was, had zich bij deze afdeeling aangesloten De sectie Blits kwam in batterij - nabij IV., benutte den boom weer als observatiepost en was 12 u. 20' n. tot vuren gereed. Kapt. Schröder zond nu luitenant N. P. v.d. Stok met eene sectie vooruit naar den pajarand en volgde zelf met twee andere, de treinafdeeling en de genietroepen. De 4e sectie werd als dekking artillerie en ambulance achterge laten. Deze laatste had een veilige plaats gevonden achter een rug op 3C0 M. van 's vijands positie. Toen nu het afgesproken signaal gegeven werd, barstte allerwege het vuur weer los. De artillerie begon echter leelijk door haar munitie heen te raken, wat te erger was, omdat het zware werk het leggen van de brug nog beginnen moest. 242

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 30