Toen Kapitein Schroder zich als gewond kwam melden, wees
de Overste Kapitein Goslings aan om het commando der le
compie. te gaan aanvaarden.
Hofman, als zuster Anna uit de Brauwbaardhistorie maar niemand
zknde komen, zond eerst nog Lobecke naar boven en volgde
toen zelf.
Bij Kapitein Goslings komende, vroeg hij dezen tevergeefs om
hulp. De Kapitein besloot persoonlijk de dwangarbeiders met het
materiëel weer te gaan verzamelen, doch ontmoette teruggaande den
troepencommandant, die daarvoor reeds maatregelen getroffen had
en op weg was naar de voorste linie om door zijne tegenwoordig
heid, wat meer schot in den gang van zaken te brengen.
Dat gelukte; Luitenant van der Spek met zijne sectie bracht voor
elk man weer 20 patronen mede, het materieel werd teruggebracht
en nadat het vuur op de loopgraven heropend was, daalden Hofman
en Kloet opnieuw in de paja af. Een Europeesch fuselier, die hen
volgde, werd direct getroffen en moest terug worden gebracht. Het
zelfde overkwam daarop een drietal dwangarbeiders, wat natuurlijk
de rest der dragers deed terugdeinzen en dekking zoeken achter de
bamboedoeri paggers, zoodat ten slotte weer alleen Hofman en Kloet
met een vijftal dwangarbeiders, waaronder Emot, aan het werk togen.
Uit den aard der zaak ging dat niet zoo vlot, als de troepencom
mandant zulks wel wenschte, en die zond toen Luitenant Schultz
er heen om de leiding van het werk over te nemen.
Langzamerhand kreeg men voldoende bamboe, om eene verbinding
tusschen de beide oevers tot stand te brengen Langs dit houvast
voortschuivende, bemerkten de werkers, dat het moeras te door
waden was.
Een veertiendaagsche droogte had het waterpeil blijkbaar dermate
doen dalen, dat men tot den hals door het water gaande er zonder
brug kon komen.
Ook de bezetting der loopgraven begon zulks in te zien, de
kracht der verdediging werd toch duidelijk minder. Luitenant van
der Spek, die met zijne sectie vooruitgekomen was om het werk
te steunen, liet zijn mannen in het water afdalen en begon zelf
met Kloet een wedstrijd, wie het eerst de overzijde zou bereiken.
Sergeant Kloet bleef hierin overwinnaar, maar beiden stuitten aan
gene zijde weer op een bamboedoeri pagger, waar Luitenant van
der Spek het eerst doorkwam en zoo was hij de voorste bij het
bereiken van de loopgraaf, op den voet gevolgd door Kloet,
245