In hoeverrea! deze verbindingsmiddelen voor het Indische geschikt
zijn, zullen wij hier niet bespreken. Ieder kan voor zichzelf nagaan,
welke middelen wij reeds bezitten en welke meer of minder ge-
wenscht lijken, om daarover alsnog te beschikken.
Van meer belang is het eens na te gaan, in hoeverre of in de
praktijk deze middelen resultaten opleveren. En dan komt men voor
het eigenaardige feit te staan, dat die praktijk uitwijst, dat bij een
aanval in den stellingoorlog al deze middelen onvoldoende zijn
gebleken om de verbinding speciaal die tusschen de voorste linie
en de achterwaarts gelegen commandanten en afdeelingen (dus ook
de artillerie) te onderhouden. Waar zij hier en daar intact blijven,
moet zulks als een welkome bate worden beschouwd, maar er vast
op rekenen, kan men niet.
Wat is hiervan het gevolg geweest? Dat men zich uitputte om
een methode te bedenken, waarbij de verbinding wel bewaard
kon blijven. Daar men zeer terecht de verbinding tusschen
infanterie en de artillerie als de voornaamste aanmerkte, heeft men
in de eerste plaats gezocht naar middelen om in den hevigsten
stellingoorlog het verband tusschen deze wapens te verzekeren. Daar
alle verbindingsmiddelen gefaald hadden, moest men van een ande
ren grondslag mtgaan. Men stelde een uurschema samen volgens
hetwelk de artillerie zijn vuur moest regelen en verplaatsen. Dit
schema, waaraan minutieus de hand werd gehouden, werd de infan
terie bekend gemaakt en zij moest nu trachten haar opmarschsnel-
heid daarmede gelijken tred te doen houden. Het lijkt op het eerste
gezicht al te gekunsteld, dat zulk een regeling praktische waarde zou
hebben. Toch heeft zij dit bewezen, maar er zij nogmaals de nadruk
opgelegd alleen in den stelling-oorlog. Immers het is absoluut
noodzakelijk, dat alles geruimen tijd van te voren geregeld en vast
gesteld is en men volkomen op de hoogte is van het terrein vóór,
in en achter de vijandelijksteliing. Ofschoon uiteraard ^de wijze,
waarop de verbinding tusschen infanterie en artillerie in dergelijke
gevallen geregeld is, voor ons niet direct van praktische waarde
is, daar zulke gevechtsomstandigheden voor Indië als hoogst
onwaarschijnlijk moeten worden geacht, is het niettemin wel
interessant te vernemen, hoe de samenwerking b. v. in het
Fransche leger was voorgeschreven.
Men moet zich voorstellen een strook van een zekere diepte te
moeten veroveren, waarin tal van verdedigingswerken, mitrailleurnes
ten enz., die door verkenning uit de lucht vrij nauwkeurig aan
den aanvaller bekend zijn. Men is reeds lang op stormafstand van
256