aanmerking nemen, dat in den bewegingsoorlog de factor verras sing van veel minder beteekenis is, dan in den stellingoorlog. De vijand weet ook wel, dat als de aanvalslinie tot op circa 200 M. genaderd is, de storm elk oogenblik te verwachten is. En gaat het zoo langzaam, aat met de vorderingen dagen gemoeid zijn, wel dan kan men beter evenals in den stellingoorlog met de artillerie een bepaald uur voor den stormaanval afspreken. Het onder 2 genoemde bezwaar kan waarschijnlijk door techni sche verbetering van de vuurpijl opgeheven worden; men moet het aantal soorten uitbreiden en ze van bepaalde kenmerken voorzien. Het sein, dat en waar een tegenaanval komt, heeft voornamelijk waarde voor den troepencommandant, die dan terstond zijn maat regelen kan nemen. Voor de artillerie is het, naar mij wil voorko men, van minder belang, daar het uitgesloten is, het vuur-op deze wijze op een zich verplaatsende troepenmacht, te leiden Tenzij de commandant van de batterij zelf het terrein van den tegenaanval kan inzien, zal de infanterie voor het afslaan op haar eigen vuur kracht moeten vertrouwen. Ook dit sein zal in open terrein misschien met seinschijven, in bedekt terrein in ieder geval "met vuurpijlen moeten worden gegeven. Het voordeel van een vuurpijl, dat zij in elke terreinsoort voldoet en in zichtbaarheid de eerste plaats inneemt, moet er m.i. toe leiden dat van dit verbindingsmidöel in de toekomst een veel ruimer ge- ruik zal worden gemaakt. Technische vervolmaking behoort hier echter aan vooraf te gaan. Behalve de hier geroemde seinen, zijn er natuurlijk nog verschei dene denkbaar, die in een bepaald geval belangrijk genoeg kunnen zijn, om een speciale afspraak te wettigen. Thans wat betreft het seinstelsel tusschen de voorste linie en den verbindingspost van de artillerie. De Kapitein van der Poll geeft in zijn bekend artikel over samenwerking tusschen infanterie en artillerie (Ind. Mil. Tijdschrift, December 1918) een eenvoudig en practisch seinstelsel aan. Hoe het dan wel moet? Ik vrees, dat ofschoon seinen met seinschijven van bepaalde vorm en kleur, die b v op het geweer kunnen worden geplaatst, of met electrische seinlampen, (waarover hierachter nader) mij doelmatiger toeschijnt er van al deze toch steeds moeilijk uit elkaar te houden seinen, niet veel terecht zal komen. Zeker niet, als het terrein wat begroeid is. De ordonnans zal de man zijn, waarop wij in dezen moeten bouwen, liet duurt langer, maar het middel is zeker en volkomen terecht, zegt de hiervoor genoemde schrijver, dat er bij de gewone berichten- 263

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 49