wisseling tusschen infanterie en artillerie niet zooveel haast behoeft
te zijn; de infanterie moet leeren te wachten; zij kan gerust eens
een uurtje stilliggen, waarbij ieder man dan maar zooveel mogelijk
-dekking zoekt.
Reeds eerder wees ik er op, dat het meest voorkomende geval
zal zijn,-dat vanuit een bepaald punt in of nabij de vijandelijke
stelling de voorste infanterie zoo heftig en succesvol onder vuur
genomen wordt, dat voortgaan voor de linie of een deel ervan
niet meer mogelijk blijkt. De artillerie moet dan een duidelijk, wei-
overdacht bericht hebben, liefst met schets, waar zich precies dat
punt bevindt, teneinde er geconcenteerd vuur op te kunnen brengen.
Dat men zoo'n bericht zou kunnen seinen, is in de praktijk niet
vol te houden. Een geschreven bericht voldoet aan alle eischen
het kan in tweevoud worden opgemaakt en aan verschillende or
donnansen woiden medegegeven, die kort na elkaar vertrekken.
Van den verbindingspost kan het verder getelefoneerd worden;
werkt de telefoon niet, dan wordt het met versche ordonnansen,
ruiters of berichtiijders naar zijn bestemming gebracht:
Om deze methode te kunnen doorvoeren, moet men bij de stor
mende infanterie beschikken over: 1 artilleriewaarnemers, die een
bericht in behoorlijk artilleristischen vorm kunnen opmaken en het
vuur zoo noodig kunnen leiden; 2 het noodige verbindingspersoneel.
Hiertoe beschikt men in de eerste plaats over het artillerie-verbin
dingsdetachement, dat zoowel waarnemers als verbindingsmenschen
moet bevatten. De taak van de eersten kan alleen door artilleristen
worden waargenomenhet verbindingspersoneel kan desnoods, en
die zal ook wel steeds noodig zijn, door infanteristen worden
aangevuld.
Beschikken wij nu bij onze batterijen over voldoende personeel
daartoe? Terwijl in het buitenland de artillerie veelal afdeelingsgewijze
aan de infanterie werd toegevoegd, zullen wij meestal met een
batterij moeten volstaan. Men zal dan m.i. minstens moeten rekenen
op 1 oificiercommandant van het verbindingsdetachement), 3 onder
officieren-waarnemers, 1 onderofficier en meerdere manschappen
verbindingspersoneel.
In Duitschland is hierop gerekend per batterij treft men 6 officieren
aan, t.w. een batt. commandant en 2 sectiecommandanten, verder
één officier voor de munitieaanvulling, een waarnemingsofficier en
een 6e, die als berichtofficier of als commandant van den peiltroep
kan optreden, benevens 21 onderofticieren.
In Frankrijk telt de batterij 3 officieren, een adjudant-dienstdoend-
264