acht het gewenscht, dat de artillerie zelf dat overneemt. Alleen dan
is het zeker, dat de officieren zich goed vertrouwd zullen maker,
met dezen nieuwen hulpdienst.
Internationale Revue ixber die gesamten
Armeen und Flotten,
Beiheft 224, November 1919.
Die Neubildung des Heeres der Vereinigten Staaten irn Weltkriege.
Hieruit teeken wij aan:
De infanteriecompagnie, die aanvankelijk 3 officieren en 150 man
sterk was, werd op grond van de oorlogservaring reeds na eenige
maanden op 5 officieren en 250 man gebracht.
Het regiment infanterie is als volgt samengesteld:
r I 1 sectie stafwacht,
b. Stafcompagnie stafafdeeling j sectie opnemers,
(305 man) f j muziekkorps.
1 afdeeling seiners. I sectiën seiners,
1 sectie telefonisten.
1 sectie sappeurs,
l sectie granaatwerpers,
1 sectie pioniers,
1 afdeeling van 3 kanonnen van 3,7 cM.
c. 3 bataljons a 4 compagniën (3078 man),
d. 1 verplegingscompagnie (140 man),
e. 1 mitrailleur compagnie (178 man) (staf en 3 sectiën met 12
geweren),
totaal 103 officieren en 3652 man.
De oorlogservaring leidde er toe aan materiëei later nog toe te
voegen 480 loopgraafmessen, 192 zelflaadgeweren en 3 kanonnen
van 3,7 cM.
In 1916 was de divisie infanterie samengesteld uit 3 brigades a
3 regimenten. In den oorlog bleek, dat de divisie te veel regimenten
telde, die zelf te zwak waren. 72 kanonnen bleken te weinig, evenzoo
had men te weinig mitrailleurs. Daarop werd de divisie als volgt
samengesteld
a. Staf (164 man)
b. 1 mitrailleurbataljon a 4 compagnieën r708 man),
c. 2 brigades infanterie a 2 regimenten en 1 mitrailleurbataljon
van 3 compagnieën (16420 man),
d. 1 brigade veldartillerie a 3 regimenten a 6 batterijen en 1
loopgraafmortierbatterij (5068 man),
e. 1 veldseinbataljon (262 man),
1 genieregiment (1666 man),
g. 1 trein (2804 man),
totaal 27152 man.
1) Blijkt niet hieruit de noodzakelijkheid van onderwijs in landmeten,
enz. aan as. artillerieofficieren? Red.
277