profiter de la situation, c'est une preuve semble-t-i! de ce qu'a eu d'imprévu pour l'état-major du général-en-chef la reprise de l'of- fensive. La redaction de l'ordre du 4 september a tous les caractères d'une improvisation de la dernière heure". Ueneraal Le Gros komt tot het besluit, dat het offensief van de Marne niet een conceptie is van het Groote Hoofdkwartier, en dat dit niet plaats gehad zou hebben zonder den energieken en onver- moeiden aandrang van Generaal Galliéni. Vermoedelijk zou men doorgegaan zijn, hetgeen mede zou blijken uit het feit, dat Joffre op 4 September zijn hoofdkwartier verlegde naar Chatillon-sur-Seine op 200 kilometer van het gevechtsfront. En had dus Galliéni niet zoo voortdurend aangedrongen, dan zou den de Fransche troepen steeds meer ontmoedigd, de Duitsche steeds meer versterkt zijn geworden, Parijs verloren zijn gegaan en de oor log vermoedelijk reeds spoedig verloren zijn geweest. Wij vragen ons af of deze voorstelling van zaken door Generaal Le Gros niet een weinig tendentieus is. Hij kan niet ontkennen, dat Joffre een gunstig moment afwachtte om het offensief te her vatten. Dat de aanwijzingen van de nadering van dat moment van Generaal Galliéni kwamen, ligt voor de hand. Deze toch zat op den vleugel, waarop de Duitschers zich meer en meer bloot begon nen te geven. Maar Galliéni kon onmogelijk het oogenblik bepa len, waarop alles gereed zou zijn voor het groote offensief, dat kon alleen Joffre, die alle draden in handen had. Dat de vruchten van de overwinning behalve dan de moreele gering zijn geweest, het is mogelijk, dat de leiding daaraan min of meer schuld heeft, maar het is toch ook vrij zeker, dat het tenge volge van munitiegebrek niet mogelijk bleek den terugtrekkenden vijand tot oplosing te brengen en gevangenen en buit te maken. Monatsliefte für Politik und Wehrmacht, November 1919. Die Artillerie in der Angriffsschlacht im Stellungkrieg, door General von Richter. Ook in dit artikel vinden wij dezelfde beschouwingen omtrent het gebruik van artillerie als in de vorige door ons reeds vermelde pe riodieken. Ook hier is het boek van Ludendorff trouwens het uitgangspunt Veel artillerie was overal noodig, doch op die gedeelten van het front, waar de aanval zou plaats vinden, trof men over Kilometers lengte een dichtheid van 1 kanon op 10 meter aan. Eiscnen voor die artillerie waren: 1. mogelijkheid tot waarnemen van af den grond. Dit was noodig om den infanterieaanval te kunnen steunen De waarneming uit de lucht blijft tijdroovend en is daarom alleen van waarde voor doelen, die gedekt staan, daar deze anders eenvoudig niet te bevuren zijn. 2. dicht achter de infanterieopstelling, 3. absoluut gedekt zijn tegen vuur en zicht. In hooge mate wenschelijk bleek het het inschieten overbodig te maken, althans tot een minimum te beperken. 284

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 70