Ten aanzien van de korporaals lijkt het mij dus wenschelijk te
te breken met de instelling van 3 klassen. Wil men den naam
brigadier behouden, mij goed, maar dan scheppe men daarraast
niet nog 2 soorten korporaals. Laat de brigadier de hem door de
commissie toegedachte bezoldiging behouden, maar dan geve men
den korporaal een inkomen naar verhouding van 5:4 Door deze
regeling zal het bezwaar, dat een infanterist le klasse, dus een sol
daat, meer inkomen zal genieten dan een korporaal, uit den weg
worden geruimd.
De bezoldiging van een 2e klasse sergeant acht ik veel te laag
vergeleken bij die van den sergeant le klasse. Eene salarisverhou
ding van 1:2, die alleen haar basis vindt in deomstandigheid.dat
de le klassers de Nederlandsche taal machtig zijn, acht ik eene
wanverhouding, die eveneens in de toekomst niet nalaten zal zich
te wreken. In de praktijk verrichten deze beide soorten van onder
officieren vrijwel dezelfde diensten, doch omdat de le klassers
voldaan hebben aan den eisch Nederlandsche taal, worden zij 2
maal meer betaald. In dit licht beschouwd is de veronderstelling,
dat het rascriterium plaats heeft gemaakt voor het taaicriterium,
meer schijn dan waarheid. Ik zou der Regeering dan ook dringend
in overweging willen geven de aan de 2e klasse sergeanten toe
gedachte bezoldiging te herzien. Eene verhouding van 4:5 ten
opzichte van de aan de sergeants le klasse toegedachte salaris
geeft de juiste verhouding aan. Men verlieze niet uit het oog, dat
de rang van sergeant 2e klasse de baton de maréchal zal zijn voor
de besten onder de inheemsche militairen, nu de Regeering blijkbaar
niet bereid is de lijn der 2e klassers op te trekken tot de hoogste
onder-officiersrangen. Dit laatste betreur ik ten zeerste, omdat daar
door aan de beste elementen onder de inheemsche soldaten de
gelegenheid wordt ontnomen om eere behoorlijke positie te verkrijgen
in het leger, alleen omdat zij in hun jeugd niet ir, de gelegenheid
waren om de Nederlandsche taal aan te leeren. Deze taaleisch wordt
des te bedenkelijker, wanneer men weet, dat de Nederlandsche taal
slechts gespoken wordt door nog niet eens '/4 gedeelte van het
Ned.-Indische leger. Hieruit blijkt, dat in de taalquestie de overgroote
meerderheid zich schikken moet naar de kleinste groep. In het offi
cierscorps is men wel overgegaan tot arbeidsverdeling. Wij hebben
administratie-officieren en magazijn-officieren. Waarom zou men in
de onder-officiersrangen, geen onderofficieren kunnen hebben, die
zooveel mogelijk gevrijwaard zijn van alle administratieve beslomme
ringen!
Door dezen weg te openen voor de meestgeschikte sergeanten
2e klasse zal men den goeden geest der inheemsche onderofficieren,
die in het leger een belangrijken invloed uitoefenen op hunne
respectievelijke landgenooten, ten zeerste bevorderen
Resumeerend, zou ik dus der Regeering in overweging willen geven
le. De aanvangsbezoldigingen der 2e en le klasse soldaten, 2e
klasse korporaals en 2e klasse sergeanten te verhoogen tot eene
verhouding van 4:5 met de aan de 2e en le klasse infanteristen,
brigadiers en sergeanten le klasse toegedachte salarissen.
295