Het laatste gedeelte van het werk is gewijd aan beschouwingen
over een toekomstige Nederlandsch marine, een onderwerp, waar
over al zooveel geschreven is, dat hetgeen Schrijver hierover berde
brengt, geen nieuws bevat. Admiraal Bauduin acht een artillerie-
vloot voor de verdediging van lndië onmisbaar; hij staat inditop-
zichi aan de zijde van Lord Jellicoe, die zoowel in Australië als in
Canada de onmisbaarhied van een slagvloot betoogd heeft, en van
Admiraal Badger, die voor Amerika een slagvloot wenscht Ook
Japan gaat door met het bouwen van groote schepen. In dit ver
band wijs ik op hetgeen Admiraal Bauduin over onze jagers verhaalt.
De toetreding van Nederland tot den Volkenbond heeft de om
standigheden niet onbelangrijk gewijzigd: zoo zuilen wij bij een
nieuw wereldconflict niet onzijdig blijven, maar in vereeniging met
andere mogendheden optreden Daarmede vervalt handhaving van
onzijdigheid van het lijstje van opdrachten voor onze vloot, welke
in haar toekomstige samenstelling rekening moet houden met die
van de andere leden van den volkenbond. Toch blijven de verich-
tingen van het het Nederlandsche eskader in 1914 - 1916 van groot
ook voor de toekomst en dit is nog een reden, waarom ik het boek
van Admiraal Bauduin in veler handen wensch.
Het spreekwoord zegt „Eind al goed maar niettemin moge de
lezing van het boek een les zijn voor hen, die de verantwoordelijk
heid voor den onvoldoende toestand der Indische zeemacht in 1914
dragen, 't Is waar, dat deze onvoldoende zeemacht goedkooper was
dan een van voldoende sterkte, maar aan deze goedkoopte werd
de bemanning opgeofferd, die het bijna zekere vooruitzicht had van
een volkomen nutteloozen ondergang, wanneer wij in den oor
log betrokken werden, en de kans daarop was menigmaal niet
gering.
P.
454