In de betrekkelijke beschikking van overplaatsing zal dan zijn op te nemen, op welken datum de in commissiezending of het verblijf op meerdaagsche oefening eindigt, teiwijl daarin ook nadrukkelijk zal zijn vast te stellen, dat de betrokkene na beëindiging van zijn in commissiezending niet gerechtigd is voor rekening van den lande naar zijn oude standplaats terug te keeren tot regeling van zijn zaken. Hierbij wordt nog aangeteekend, dat overplaatsingen met „spoed" tot het alleruiterste zullen zijn te beperken". 456 f

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 122