treffers. Het zou meer overeenkomstig de werkelijkheid zijn, wanneer
in de eerste plaats het aantal getroffen schijven in rekening werd
gebracht, en daarna pas het aantal treffers.
Bij oef. 7 moet op valschijven geschoten worden. Ik kom op die
schijven nader terug.
Wij komen nu aan bijl. VII en daarmee tevens aan de eischen,
waaraan redelijkerwijze de schietterreinen moeten voldoen, vooral
in verband met de door de geoefenden te houden gezamenlijke
oefeningen.
Ten einde deze zoo nuttig mogelijk te doen zijn, zou men eerst
moeten nagaan, welke soorten van oefeningen wenschelijk waren,
en vervolgens welke schijfinrichtingen en hoeveel patronen men
daarvoor noodig zou hebben en aan welke eischen schietterreinen
zouden moeten voldoen.
Ideaal zou de toestand zijn, wanneer de troep in zoo'n terrein
een velddienst- of gevechts-oefening zou kunnen houden met schij
ven als tegenpartij, metc.q. een „onderstelden toestand" en een bevel
en dat hierin ook wat het terrein betrof de noodige afwisseling
was te brengen.
Daarvoor zouden we noodig hebben terreinen van 5 a 10 KM.
lang en breed, met een aspect, zooals dat van de landstreken, wel
ke zich het best tot een actie leenen, en waarin dus in werkelijk
heid de oorlog in hoofdzaak zal worden gevoerd, en ruim voorzien
van materiëel, ingravingen voor schijfopstelling en observatieposten,
enz. Wij behoeven dit ideaal echter niet verder uit te werken,
want een dergelijke opzet zou, al beperkte men het aantal der ter
reinen tot het strikt noodzakelijke en al werden diezelfde gronden
ook gebruikt voor de s. i. a. t. der artillerie, zoo geweldig in de pa
pieren Ioopen, dat daarop alleen reeds de zaak zou afstuiten.
Wij moeten dus omgekeerd werken, d. w. z. ons behelpen met niet
al te dure en dientengevolge slechts aan bescheiden eischen vol
doende terreinen, en de oefeningen houden, die daarop mogelijk
zijn. Het is echter niet voldoende, dat aan het terrein, om't maar
op een koopje te krijgen, alleen de eisch gesteld wordt, dat er vei
lig geschoten kan worden, zooals tot nogtoe blijkbaar doorgaans is
geschied. Op die manier wordt men naar gewoonlijk ver af gele
gen, kale gronden verdrongen, welke wegens hun verticalen vorm
bijna geen oefeningen toelaten, die eenigszins met de werkelijkheid
overeen komen ook niet ten gevolge van gebrek aan tijd, omdat
gewoonlijk verscheidene korpsen op een zelfde terrein zijn aange
wezen voor het gevechtsschieten. Bovendien liggen het logies van
365