en weer gesjouwd moeten worden, liggen ver uit elkaar en op
ongeveer één uur gaans van 't bivak, op en af langs nog al steile
hellingen. Het eene bestaat hoofdzakelijk uit kale heuvelruggen,
dwars op de schootsrichting en gescheiden door diepe ravijnen
het andere uit eenige heuveltoppen. Een eenigszins normaal verloop
van het „gevecht" is er vrijwel uitgesloten en dikwerf komen mist
wolken opzetten, die er voor zorgen, dat het vuren niet vóór 9
of 10 uur 's morgen kan beginnen, terwijl het 's middags
vaak regent.
Ik heb nog wel meer schietterreinen aanschouwd, maar die waren
voor het gevechtsschieten der geoefenden al even weinig geschikt
als de boven beschrevene. Dus laat ik het maar bij de genoemde
voorbeelden. Misschien heb ik toevallig de meest ongunstige ter
reinen gezien ik wil 't hopen.
Er komt in den laatsten tijd verbetering in de keuze en aanleg
van gevechtsschietierreinen; blijkbaar wordt er legenwoordig
beschikt over ruimere fondsen voor dat doel. Moge de infanterie
spoedig van de minder geschikte en afgelegen terreinen ontlast worden.
Het voorschrift wil, dat de individueele gevechtsschietoefeningen
zooveel mogelijk, en de gezamenlijke alle buiten de aangelegde
schietterreinen (der garnizoenen) gehouden worden. Elke compagnie
beschikt echter, daar vele troepen dezelfde terreinen moeten ge
bruiken, slechts over een zoo gering aantal dagen, dat in de practijk
van het houden van de individueele oefeningen op die terreinen
doorgaans geen sprake kan zijn. Het noodige pionierwerk voor
ingravingen ten behoeve van schijfbediening en waarnemingsposten
kan wegens gebrek aan tijd ook al niet verricht worden. En van
teikens op andere terreinen schieten, wat voor de geoefenden wen-
scheüjk is, komt niets, ook al omdat het transport naar de ver
schillende bestaande schietterreinen dan wel inhuur van meerdere
terreinen bijv. voor groepen van dicht bij elkaar gelegen garni
zoenen te duur zou worden.
In een en ander zou heel wat verbetering gebracht kunnen
worden door de oefeningen, die zich daartoe leenen en dat zijn
er, ook van de gezamenlijke, vele te houden op de garnizoens
schietbanen, c. q met nevenliggend, daartoe zoo noodig te ontrui
men terrein. Te Magelang bijv. kunnen zoowel uit noordelijke als
uit zuidwestelijke richting vele oefeningen gehouden worden met
den G. Tidar als kogelvanger. Voor het niet precies bekend zijn
van de afstanden kan daarbij, voor zoover het voorschrift zulks
eischt, gemakkelijk worden gezorgd.
367