Er straalt iets in door, dat denken doet aan het M o n t e s s o r i- stelsel, zooals dit, in school en fabriek, zoekt naar de bijzondere hoedanigheden en eigenschappen en deze benut tot heil van het individu, dat men bestudeert en tot heil der gemeenschap. Naast strengheid, tucht en orde wordt niet vergeten, dat men met menschen te doen heeft. Men zoekt den mensch in den ge vangen soldaat en vergeet daarbij niet, dat gepaste zachtheid kan leiden tot verteedering des harten en kan breken het ijs, dat een verdwaasde ziel afsluit van, en bitter stemt tegen de buitenwereld. De behartiging der geestelijke belangen wordt niet vergeten, maar is zelfs zeer intens. Gummistok, geweer en revolver, zoo vaak als dreigement gebruikt, ziet men op Spijkerboor niet. Alleen een en kele buitenwacht is gewapend, maar de gevangenen zelf komen daarmee niet in aanraking en zien slechts ongewapende bewakers om zich heen. Deze gaan onder de mannen rond als de onderwijzer in de klasse, de opzichter op zijn werk langs een ploeg. In geval van botsing tusschen bewakers en gevangenen heeft de bewaker niet als „zoodanig" gelijk en behoeft de gevangene niet te vreezen, dat hij omdat het gezag hoog gehouden moet worden reeds van te voren veroordeeld is. Men wil dat, hij vertrouwen k r ij g t en ook dat hij vertrouwen schenkt. Wat hem kan vernederen, wordt vermedendenkt aan vermijding van wapenbedreiging, het werk wordt meer als reddingswerk beschouwd. Waar het strafstelsel veelal berust op een jus talionis, op vergelding, daar komt hier tevens de chariteit naar voren. Moeten er straffen uitgedeeld worden, dan wordt dat geen tarief kwestie, waarbij een bepaald delict ook eischt een bepaalde straf; neen, zelfs tracht men niet te straffen, of wel voorwaardelijk, zelfs weet men te pardonneeren. Waarom moet een gevangene zijn haar laten millimeteren? als dit voor de reinheid niet beslist noodig is? Waarom moet het bezoek van vrouw en kind, ouders of verloofde, plaats hebben op een afstand, achter tralies, en in het bijzijn van bewapende bewakers? Spijkerboor heeft een aparte bezoekkamer en bij het bezoek is een officier, veelal de Kapitein-Directeur persoonlijk, ook wel tevens een geestelijke aanwezig. Men zoekt dan naar een huiselijk beter en hooger stemmend millieu, een omgeving die vertrouwen schenkt, waar de gevangene zijn gevangen-zijn vergeet en althans dat oogenblik zich weer man, vader, kind of verloofde gevoelt. Die bezoeken moeten een lichtstraal zijn, evenals de briefwisseling, waarom deze te beperken in zoo sterke mate, als men weet, dat menige brief van ouders raadgevingen bevat en schuldbesef wekt, zoo geschikt om ten goede te werken Wij schreven over een lichtstraal. Die kan komen door bloemen en spreuken, vooral in de bezoekkamer, en men vindt ze dan ook op Spijkerboor. Van groot belang is het contact met geestelijke, ouders en werkgevers. Men ziet dat op Spijkerboor in, maar kan nog niet alles zoo krijgen, als men het hebben wil. Wij zouden kunnen schrijven over hartroerende tafereelen, waar van wij hoorden, afgespeeld tusschen gevangenen en Kapitein-Direc- 375

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 41