teur of geestelijke of ouders, over brieven en vele gevallen, alleen aan eenige betrokkenen bekend, waarin de mensch wondermooi naar voren kwam in individuen, die verloren geacht werden. Bij zulke gelegenheden hoort en merkt men, dat onze „jongens" uit het leger toch niet zóó slecht zijn, of redding blijft mogelijk. Maar dan moet men niet aankomen met regelingen, waarbij een gestrafte soldaat nog eens duizendmaal meer wordt gestraft, doordat men hem verbiedt het steribed van zijn eenig kind te bezoeken, tenzij dan onder „politiegeleide" en voor een maximum duur van twee uur. Zóó maakt men anti-militairisten en vergiftigt men eene heele familie met haat tegen den Staat. In het stelsel van Spijkerboor past zooiets dan ook niet. Men heeft afgehaald op de bioscoop in de gevangenis. Maar getuigt het niet van een uitsiekenden geest, te midden van veel klachten over het leger, dat daar op Spijkerboor leerzame lichtbeel den worden gegeven alsvan boom-plank-huis en als de bioscoop (voorgeschoten door een der officieren) door officieren en man schappen gezamenlijk uit vrijwillige bijdragen betaald wordt? Wel is waar wordt de proef met deze bioscoop nog alleen maar genomen met het personeel, doch het ligt in het vaste voornemen, naar ik hoorde, deze bijeenkomsten ook te doen strekken tot leering, op voeding en heil der gevangenen. En terecht, want wordt een gevangene er slechter van, als hij ziet, hoe de bioscoop nuttig kan zijn tot het aanbrengen van kennis; als hij ziet, hoe er gewerkt wordt, heel de wereld door, gewerkt door millioenen aan andere en betere dingen dan roof, arank en ontucht Maar genoeg! Bedoeling dezer regels is, dat men beseffe, hoe onze jongens, door mobilisatie op verkeerde paden geraakt, nog lang niet allen misda digers zijn en hoe de regeering den moreelen plicht heeft hen maar niet zoo zonder meer te zenden te midden van een groep gevangenen (vooral ook niet de dienstweigeraars) van heel andere soort, maar alles heeft te doen ten einde hen voor dieper wegzinken te bewa ren. Jongens, op jeugdigen leeftijd, in een verleidingsvollen dienst ten bate van den Staat gevallen, dienen door dien Staat met alle middelen te worden opgericht De soldaat -gevangene, zoowel als zijn familie, heeft daar vóór andere gevangenen recht op. De proef door den toenmaligen Minister van Oorlog Jhr. Mr. B. C. de Jonge met Spijkerboor begonnen, om een nieuwe richting met de militaire gevangenen op te gaan, wordt nu dank zij de be reidwilligheid van den Minister van Justitie en de blijvende mede werking van het Departement van Oorlog, voortgezet. Moge Minisler Heemskerk treden in het verzoek in de Kamer gedaan en ruimschoots tijd en gelegenheid geven om de proef ten volle uit te werken. Kostbaar behoeft ze niet te zijn, daar de ge bouwen reeds door „Oorlog" waren ingericht en deze forten aldus nuttig emplooi kunnen vinden. Over het algemeen wordt in rechtsche kringen veel voor reddings werk gevoeld en de teekenen zijn er, dat velen in linker kringen 376

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 42