voor deze laatsten, met dien verstande evenwel, dat waar de ver
houding dier bezoldigingen voor enkele groepen in de voorstellen
der bezoldigingscommissie reeds gunstiger is, dan die welke sprekers
verlangen, de voorstellen van de commissie blijven gehandhaafd.
In de eerste plaats zij het mij vergund er op te wijzen, dat het
voorstel niet consequent is. Meent men op goede gronden, dat de
verhoudig tusschen de betaling van 2 groepen een zekere norm
moet hebben, dan moet die norm gelden voor alle tot elk dier
groepen behoorende categorieën. Daarom zouden dan ook, bij
aanvaarding van hun voorstel, de voorgestelde bezoldigingen voor
de hoogere betrekkingen onder de inheemsche militairen, voor
welke gunstiger verhoudingen zijn bedongen, moeten worden terug
gebracht tot de norm, welke door de voorstellers wordt gewenscht.
De heer Laoh: Dat is de bedoeling ook.
De heer Van Rietschoten, Commandant van het Leger,
Hoofd van het Departement van OorlogDit laat ik verder in het
midden, maar de heeren hebben voor hun voorstel geen enkel
motief aangevoerd, dan dit, dat zij de betaling voor de Europeanen
te hoog achten in vergelijking tot die der niet-Europeanen Datzelfde
is ook betoogd door de 2 heeren, die speciaal voor de inheemsche
troepen in de commissie zitting hebben gehadook aie hebben
verzuimd aan te toonen, dat de bezoldiging van de inheemsche
troepen, zooals die door de bezoldigingscommissie is voorgesteld, te
laag is: maar hebben vermeend te kunnen volstaan met de opmerking,
dat zij de verhouding tusschen de bezoldiging van Europeesche en
inheemsche troepen gunstiger wenschten.
Nu ben ik er als Legercommandant zeer voor, dat mijn menschen
goed worden betaald. En ik zou daarom met die voorstellen kunnen
meegaan, indien de noodzakelijkheid daarvan ten volle gebleken
was. Wat is echter het geval Aanneming van dit voorstel zou tot
gevolg hebben, dat het budget met drie millioen werd verhoogd.
Een groot bedrag, dat mede opgebracht moet worden door tallooze
menschen, die het in materieelen zin nog lang zoo goed niet hebben,
als de soldaten het na deze herziening zullen hebben. Ik ben van oor
deel, dat de overdrijving, welke aan het vooistel ten gronde li t, zal
schaden. Het bepalen van een willekeurige verhouding tusschen
de verschillende bezoldigingen, welke op geen enkelen grond is
gebaseerd, moet. zich uit den aard der zaak wreken. Zijn straks
de aanvullingstroepen verdwenen, dan zal men door een beslissing
in den zin van dit voorstel vastzitten aan een bezoldigingsregeling
voor de inheerrsche troepen, welke feitelijk reeds van af ditoogen
blik te hoog zou zijn.
De bezoldigingsvoorwaarden van alle groepen worden door de
voorstellen van de bezoldigingscommissie verbeterd; er is geen
enkele groep ten aanzien van welke, ook wat de pensioensregeling
betreft, zulks niet het geval is. Bij de vaststelling er van is door
de commissie, die deze materie had te behandelen, rekening gehou
den met alle omstandigheden, welke invloed kunnen hebben op de
inkomsten en steeds in overleg met de betrokkenen. Aldus is men
385