totaal bedrag voor de officieren heeft de heer Van der |agt zeer
terecht de traktementen genomen, welke voorgesteld zijn door de
t foldigingscommissie en dit vermeerderd met een bedrag van
t 18000 zijnde volgens dien geachten spreker het geldswaardig
bedrag voor het genot van vrije geneeskundige behandeling en
vrij gebruik van medicijnen over dat tijdvak.
Nu zou daar op zichzelf geen overwegend bezwaar tegen bestaan
hoewel het evengenoemde op f 18000 gestelde bedrag als gemid
delde te hoog is, ware het niet, Mijnheer de Voorzitter, dat de
neer Van der Jagt dit inderdaad voor de officieren bestaande voordeel
nog eens afzonderlijk heelt gereleveerd, alsof het geldswaardig
bedrag, hetwelk volgens hem dit voorrecht vertegenwoordigt niet
reeds in zijne berekening der inkomsten over 20 jaren was opgenomen
Verder, Mijnheer de Voorzitter, heeft de heer Van der lagt
gesproken over de verpleging in de hospitalen, die voor de officieren
kan plaats hebben tegen een matig tarief, maar hij heeft daarbij
uit het oog verloren, dat deze gunstige bepaling voor ieder lands
dienaar en zelfs voor niet-Iandsdienaren geldt. Immers kan ieder
willekeurig pensoon zich tegen een bepaald tarief, dat inderdaad
iets hooger is dan het officierstarief, in een militair hospitaal of
een andere militaire ziekeninrichting doen opnemen en hij geniet
dan huisvesting, voeding, geneeskundige behandeling en verpleging
tegen betaling van een bedrag van - naar ik meen - f 7;50 per
dag voor de hoogste klasse. Ook sprak dat geachte lid van de
ïdeëele voordeelen van den officiersstand en hij vermeldde als
zoodanig de afzonderlijte rechtspraak en de slechts voor militairen
bereikbare decoratiën.
Inderdaad zijn de officieren onderworpen aan een afzonderlijke
rechtspraak en hoe die op prijs gesteld wordt, Mijnheer de Voor-
z'tter, dat zal U duidelijk worden, door het volgende voorbeeld-
Wanneer een officier in garnizoen te Moeara Teweh een politie-
overtreding begaat, d. w. z. hij zelf niet, maar b. v. doordat zijn
hond zonder muilkorf loopt, dan wordt hij daarvoor niet gestraft
door den gewonen rechter, maar komt hij voor den krijgsraad. Nu
eischen de wettelijke voorschriften, dat de overtreder van Moeara
leweh voor eigen kosten reist naar Magelang de standplaats van
den krijgsraad, terwijl zij, die als getuigen in de zaak gehoord moeten
worden, eveneens op kosten van den beklaagde naar Magelang reizen
om getuigenis voor den krijgsraad af te leggen. Het slot is dan, dat
beklaagde wordt veroordeeld tot f 1.— boeteen dat hij eenige hon
derden guldens heeft te betalen voor zijn eigen reis en de reis van
de getuigen. Wel een voordeel van zijn eigen rechtspraak, dat evenwel
voorkomen kan worden door dadelijk de hoogste boete te betalen.
™ett de decoratiën, die wij allen natuurlijk zeer op prijs stellen,
omdat bij de landmacht bij de zeemacht ook wel wat decoratief
er eenigszins bij behoort, is het zoo gesteld, dat in de eerste plaats
alle decoratiën van eenige beteekenis geen speciaal militaire zijn
en dat geen enkele decoratie van den staat ten begoeve van een
bepaa.de groep is ingesteld. Eik willekeurig persoon burger of lands
dienaar van welken rang of welken stand ook, kan de onderschei-
dmgsteekenen door den staat ingesteld erlangen. Dit beginsel wordt
389
1. M. T. 25, 1920.