berde gebracht. In de Memorie van Antwoord is er al op gewezen, dat inderdaad door de bijzondere regeling, welke thans bestaat, d w z. dat de periodieke verhoogingen na 3 jaren dienst in hooge mate en ongemotiveerd uiteenloopen en dat bij de toepassing van de begin selen van het in behandeling zijnd ontwerp de reeds in dienst zijnde apothekers-assistenten in sommige gevallen in bezoldiging zullen achteruitgaan, omdat de periodieke verhoogingen thans meer naar billijkheid zijn geregeld. Echter is met deze omstandigheid rekening gehouden en bepaald, dat zij, die minder inkomsten zouden genieten tengevolge van de nieuwe bezoldigingsregeling, in het genot zullen blijven van het inkomen, dat zij volgens de bestaande palingen ontvangen. Overigens gaan zij bij de nieuwe regeling in alle opzichten voor uit, in den onderluitenantsrang zelfs zeer veel, zooals uit het onder staand overzicht duidelijk blijkt, na 10 jarën f 67.40 vooruit, „11 67.40 12 92.60 14 117.80 16 151.40 18 185.- per maand. Het eerste bezwaar in evenbedoeld verzoekschrift vermeld, dat voor verreweg de meeste apothekers-assistenten de nieuwe tracte- tementsregeling een belangrijke vermindering van het maandeiijksch inkomen beteekent, is door het vorenstaande op afdoende wijze weerlegd. Intusschen vestig ik de er aandacht op, dat bij de be rekeningen in het verzoekschrift ten onrechte is aangenomen, dat de duurtetoeslag bij f 200 tractement en meer 10% van die inkom sten bedraagt, terwijl dit in werkelijkheid slechts 5% is, en zoo zijn er nog enkele andere kleinigheden op te merken, welke mede tot verkeerde conclusies aanleiding hebben gegeven. In de tweede plaats wordt door belanghebbenden vermeld, dat de mogelijkheid om binnen de 15 jaar tot onderluitenant te worden bevorderd voor hen zou zijn uitgesloten en zij in dit opzicht bij andere groepen van onderofficieren zouden achterstaan. De 6 thans in het leger dienende onderluitenants-apotheker-assis tenten hebben dien rang bereikt na een diensttijd onderscheidenlijk van 9 jaar en 4 maanden, 11 jaar, 11 jaar en 6 maanden, 11 jaar en 9 maanden, 12 jaar, en 13 jaar en 8 maanden, dus allen binnen de 15 jaar. Op welken grond de onderstelling berust, dat deze tijdsduur in de toekomst 15 jaar en meer zal worden, wordt niet toegelicht. Inderdaad loopen de tijden benoodigd om den onderlui tenantsrang te bereiken uiteen en zijn daarbij de onderofficieren in den troep somtijds in het voordeel boven hen, die in sedentaire betrek kingen dienen. Maar tegenover onderofficieren van deze laatste groepen zijn de assistent-apothekers in het algemeen zeer beslist niet in het nadeel. In de derde plaats is beweerd, dat de huidige bezoldiging van de militair apothekers-assistenten onmogelijk de vergelijking met die van de civiele apothekers-assistenten kan doorstaan. 393

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 59