De apothekersbedienden in 's lands burgerlijken dienst genieten een tractement van f 150 tot f 200 's maands. Alleen de eerste be diende, die vergeleken kan worden met den onderluitenant-apothe ker-assistent, kan een tractement van f 400 per maand bereiken. De militaire apothekers-assistent, die als adjudantonderofficier een tractement geniet van f 220 tot f 380, een maximum van f 500 per maand kan bereiken, geniet dus al belangrijk meer dan een bur ger assistent. Een- vergelijking met de assistenten in particulieren dienst is daarom niet mogelijk, omdat naast de tractementen voor de mili tairen nog andere voordeelen bestaan, en wel het pensioen, dat zij in een burgerlijke betrekking missen. Ik kan in dit verband toe vallig nog wijzen op de resultaten, welke de commissie, die op het oogenblik bezig is een onderzoek in te stellen naar de hospitaaltoe standen, bij een vergelijking van de positie der apothekers-assistenten in 's lands dienst en in burgerlijke betrekkingen heeft verkregen. De onderluitenant-apotheker-assistent kan na 20 jaar dienst een pensioen verkrijgen van f 18C0.— 'sjaars, als de nieuwe voorstel len ter zake zullen zijn ingevoerd. Als pensioen geeft een parti culiere firma aan een apothekers assistent een gratificatie van f 1Q.0Q0 en als men die gratificatie omzet in een lijfrente, dan bedraagt deze f 600'sjaars; de burgerlijke assistent moet dus gedurende zijn dienstijd nog f 20.000 gespaard hebben, om zich een lijfrente te kunnen verzekeren welke even hoog is als het pensioen van een militair onderluitenant-apotheker. Het vierde nadeel was, dat aan de onderluitenants geen vrijstel ling van belasting wordt verleend. Het is eenigszins bezwaarlijk over dit punt hier te spreken. Ik was van de ter zake bestaande bepalingen niet op de hoogte; nu is mij echter gebitken, dat volgens staatsblad 1908 No. 13 vrijge steld van belasting zijn de militairen, die minder inkomen genieten dan een 2 de luitenant, en volgens een ander staatsblad van 1918 militai ren, die minder inkomen genieten dan een onderluitenant, geen in komstenbelasting betalen. Indien het billijk wordt geoordeeld, dat deze voorschriften gehandhaafd blijven, dan zullen ook bij de nieuv/e rege ling een deel van de apothekers assistenten vrij van belasting zijn. De tweede vraag door den heer Van der Jagt gesteld luidt, of er uitzicht bestaat, dat tegelijkertijd met de verhooging der pensioenen een voorstel zal worden gedaan om de pensioenen van de gepen- sionneerde luitenants te vermeerderen. Ik heb hier juist dezer dagen een verzoekschrift van die strekking ontvangen van een gepensionneerd luitenant, hetwelk nog in behandeling moet worden genomen. Naar mijn oordeel is het van zelfsprekend, dat, wanneer tot verhooging van de pensioenen van reeds gepensionneerden wordt overgegaan, ook rekening zal moeten gehouden worden met de gepensionneerde luitenants, en ik zou geneigd zijn te zeggen in de eerste plaats De rede van den heer Westenenk, welke ik met heel veel be langstelling heb aangehoord, kan ik verder stilzwijgend voorbijgaan, omdat zij heel weinig verband hield met het onderwerp, dat thans aan de orde is. 394

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 60