worden, ten koste van de beoordeeüng. Dit kan zonder overwe
gend bezwaar geschieden door het eindoordeel voor hen, die eigen
lijk niet voldoen, zoodanig te stellen, dat zij nimmer voor eene
plaatsing in den bijzonderen werkkring in aanmerking komen, zon
der echter het resultaat hunner opleiding onbevredigend te noemen.
De omschrijving zou dan kunnen luiden: Ze zijn geschikt, maar alleen
bij gebreke aan beteren, waardoor de gratificatie zou moeten wor
den toegekend. Een volgende chef, wat meer scrupuleus, zou zich met
een dergelijke ontduiking van de bepalingen wellicht niet kunnen
vereenigen en eischen, dat het eindoordeel in stelligen zin „geschikt"
zou worden gesteld. Hierdoor zou het van de inzichten van een enkel
persoon afhankelijk worden, of men de gratificatie ontvangt of niet.
Consequent zou het dan ook bij dit voorstel moeten worden
genoemd, dat aan allen, die den volledigen cursus aan de krijgs
school of den intendance-cursus hebben doorloopen, de gratificatie
werd toegekend, ongeacht het resultaat van de studie. En dit te
meer, omdat het van geheel toevallige, niet met de studie zelf
verband houdende omstandigheden afhankelijk kan zijn, dat het
eindoordeel ongunstig kan leiden.
Om deze redenen ben ik een voorstander van het toekennen van
hoogere inkomsten aan staf- en intendanceofficieren.
Ik weet zeer goed, dat het gevolg daarvan kan zijn, dat de een
in materieelen zin meer profiteert van de opleiding aan de krijgs
school dan de ander, naar gelang men langer of korter bij den
staf is geplaatst. Maar daar staat tegenover, dat het dan geldt
extra-betaling voor belangrijker werk, hetgeen toch allerminst onbillijk
kan worden geacht Ook ware bij de beoordeeling van deze quaestie
niet uit het oog te verliezen, dat zij, die niet voldoen, in dezen zin
nimmer eenig materieel voordeel van hun opleiding hebben. Ik wil
hiermede zeggen, dat verschil in materieele voordeelen voor deze
officieren onder alle omstandigheden blijft bestaan, tenzij aan allen
zonder uitzondering een gratificatie wordt toegekend
Of die voorgestelde gratificatie zoo beslist noodig is, wanneer
tijdens de opleiding in Nederland een behoorlijk inkomen wordt
verzekerd, daar wil ik mij liever niet over uitlaten doch ik blijf
erbij, dat de toekenning van een gratificatie vele moeilijkheden zal
opleveren en aanleiding kan geven tot bevoorrechting. Op grond
van het vorenstaande blijf ik de voorkeur geven aan verhooging
van traktement bij het leveren van meer belangrijk werk; wil men
het andere beginsel toepassen, dan behoort dit voor allen zonder
uitzondering te gelden
De heer Pabst is van meening, dat het nadeel aan zijn opvatting
verbonden, nl. dat daarvan het gevolg moet zijn, dat onmiddellijk
na de eindbeoordeeling algemeen bekend wordt, wie niet aan de
gestelde eischen heeft voldaan, ook bij de door de Regeering voor
gestane regeling bestaat, doch dit ben ik niet met hem eens.
Plaatsing in een der genoemde werkkringen toch is geen recht,
hetwelk men verkrijgt door aan de opleiding te voldoenintegen
deel moet volkomen vrijheid bestaan om de beste krachten het
eerst te benutten. Vandaar dan ook, dat passeering van ouderen
bij het ontstaan van vacatures allerminst aanleiding kan geven tot
400