waartegen de Duitsche artillerie niet op kon, terwijl tegenover de Engelsche divisiën op volle sterkte Duitsche stonden met 40 geweren per compagnie En verder: „Wir unterschreiben vollstandig dievon Haig hervorgehobene Bedeutung der Infanterie in allen Kampfen, die Wertschatzung der von uns anfanglich unterschatzten Tanks und den förderenden Einflusz der bis in die Friedensjahre zurück- führenden technischen Schulung der britischen und französischen Artillerie". Het aantal mitrailleurs bij het Britsche leger steeg van '14 tot'18 van 1 op 500 infanteristen tot 1 op 20. Het getal lichte en zware kanonnen, van 486, waarmee de Duitschers in '11 te velde gingen, steeg in dien tijd tot 6437. Om de wassende beteekenis der artil lerie nog duidelijker te doen uitkomen, vermeldt Balck nog, dat in den Sommeslag van '16 het getal artilleristen ongeveer de helft van dat der infanteristen bedroeg. Bij den aanval op 31 Juli'18 bedroeg deze verhouding op het hoofdaanvalspunt 80 pCtwelk getal later nog steeg tot 85 pCt. Wat de cavalerie betreft, merkt Balck op, dat hoewel herhaal delijk het nut van dat wapen werd bestreden, een overzicht over den oorlog doet zien. dat de handhaving ervan gerechtvaardigd was. Gedurende den geheelen oorlog heeft de cavalerie goede diensten bewezen, hetzij als snelverplaatsbare vuurreserve, dan wel voor den aanval. In het voorjaar '18 moesten verschillende afdeelingen met spoed bereden gemaakt worden tengevolge van de groote vraag naar cavalerie. Had de Duitsche opperste leiding in Maart '18 2 of 3 goed geoefende cavaleriedivisies ter beschikking gehad, dan zou zij een wig hebben kunnen drijven tusschen de Britsche en Fransche legers. D F. 551

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 101