geworpen. Ik geloof, dat veel misverstand daardoor zou worden weg
genomen.
Volledigheidshalve en tot slot, een enkel voorbeeld om te ver
duidelijken, hoe ik mij de noodzakelijkheid van de vorming van
een tijdelijke gemengde gevechtsgroep op het slagveld voorstel.
Denken we ons, dat een (gemengde) divisie in opdracht heeft
een bepaald punt te vermeesteren en dat de noodzakelijke bevei
liging op de flank m.a.w. de gevechtsbeveiliging eischt, dat men
zich het blijvend bezit van een op die flank gelegen punt verzekert.
We kunnen ons dan voorstellen, dat voor dit nevendoel een de
tachement wordt aangewezen, dat eventueel uit alle Wapens kan
zijn samengesteld.
De richtingen zij het ook op hetzelfde slagveld waarin de han
delingen van de hoofdmacht der divisie en van het flankdetachement
zich zullen ontwikkelen, loopen in dit geval zoozeer uiteen, dat de
noodzakelijkhe d tot tijdelijke splitsing van het organieke gemengde
verband, met alle consequenties van dien in zake de bevelvoering,
alleszins gemotiveerd is De bedoeling van deze splitsing is, dat
de divisiecommandant zijn volle aandacht kan bepalen tot het hoofd
doel: de consequentie dat aan den commandant van het flankde
tachement de grootst mogelijke vrijheid wordt gelaten, voor wat be
treft de uitvoering van de hem opgedragen taak, en hem ten aanzien
van de onder ziine bevelen gestelde troepen precies dezelfde be
voegdheid wordt gegeven, als de divisiecommandant heeft ten op
zichte van de rest der divisie. Het kenmerkende van dezen byzon-
deren toestand ligt voor de artillerie vooral in het feit, dat het aan dat
detachement toegevoegde deel daarvan geheel onttrokken is aan de
leiding van den commandant der divisie-artillerie; deze heeft er tijdelijk
ook niets over te zeggen; blijft niettemin verantwoordelijk voorde
richtige munitie-aanvulling. Bij de hoofdgroep daarentegen blijven
alle batterijen, zoowel infanterie- als contre-batterijen, onder de
algemeene (artilleristische) leiding van den commandant der divisie-
artillerie
K. F. E. Gerth van Wijk,
Kolonel der Infanterie.
Voor hen, die het uitgewerkte voorbeeld in het aanhangsel op het Essai
de Réglement sur ie Combat, van Percin en Jacquemot, hebben bestudeerd,
zij opgemerkt, dat het door mij hier onderstelde geheel overeenkomt met
dat, omschreven in punt XXXI op bldz. 109 van evenbedoeld ontwerp.
465