Een belangrijke beslissing ten aan= zien Dan bet beklagrecht door bet Boog militair Gerechtsboi genomen. De vraag, of onder de vigeur van het in S. 1919 No. 11 vervatte Koninklijke' Besluit ook de chef van den strafoplegger en de Krijgsraad bevoegd zijn om bij gebleken oneerbiedig reclameeren alsnog klager te straffen ingevolge de Wet, gelijk met ronde woorden in artikel 2 van de oude reclameregeling vermeld stond, werd door mij in mijne verhandeling in de October aflevering 1919 van dit tijdschrift, gelet op de geschiedenis in Nederland van de overeenkomstige regeling, in bevestigenden zin beantwoord. Toen dan ook de Krijgsraad te Magelang voor de vraag kwam te staan, ging het College mee met de door mij voorgestane meening, gelijk in de hierachter staande beschikking aangegeven staat, doch het Hoog Militair Gerechtshof was van een ander oordeel en verklaarde de uitspraak ten aanzien van het lichtvaardig reclameeren en het dientengevolge gegeven bevel, dat klager door de bevoegde disci plinaire autoriteit ingevolge de Wet gestraft zou worden, onjuist, als niet gegrond op de Wet en onthield daarom zijne goedkeuring aan de beschikking van den Krijgsraad ten aanzien van die twee punten. De vraag mag thans luiden, of het Hof met voorbijgang van de geschiedenis van de Wet op de Krijgstucht ten dien aanzien, de door Prof. Mr. van der Hoeven gedane meedeeling, dat het vanzelf sprak, dat als iemand ongemotiveerd of oneerbiedig reclameert, dit tot een krijgstuchtelijke handeling gestempeld wordt, evenzoo verwerpt. De motiveering van het Militair Opperrechtelijke College is zoo kort, dat men er niets kan uithalen; mogelijk heeft het Hof bedoeld, dat een dergelijke uitspraak wel kan aanvaard worden, doch dat die niet in de beschikking van den Krijgsraad thuis hoort, de bevoegde disciplinaire autoriteit zelfstandig moet gaan beoordee- len, of klager thans onredelijk of oneerbiedig geklaagd heeft over zijn meerdere. Zal de chef van den strafoplegger dan de straf moeten gaan uitdeelen of de strafoplegger zelfik geloof, dat het voor de 467

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 13