pen en voorts om het Oost van het 5de oprukkende 6de legerkorps te steunen bij het deboucheeren in de richting van Aulange Athus. De 7de divisie ontving bovenbedoeld bevel eerst tusschen 2 en 2.30 v. op 22 Augustus, waardoor het vertrek werd verlaat. De door de generaal DE Treutinian genomen maatregelen komen op het volgende neer: de voorhoede, cmdt generaal Félineau (14de brigade), bestond uit het 104de regiment, eene afdeeling veldartillerie (3 batterijen a 4 stukken), 1 compagnie genietroepen, 2 pelotons cavalerie. De spits moest te 4.30 v. Goméry passeeren; de hoofdmacht werdt gevormd door (tevens marschorde) 1 ba taljon lOide regiment, 2 afdeelingen veldartillerie gedekt door 1 bataljon 103de regiment, de 13de brigade, de korpsartillerie en de korpsgenietroepen, dekking 1 bataljon 317de regiment, 13de brigade; zij zou te 5.45 v. volgen. Commandant der hoofdmacht Kolonel Lacotte (13e brigade); 2 pelotons cavalerie beveiligden de rechterflank; de divisiecommdant hield zich aanvankelijk op tusschen voorhoe de en hoofdmacht. Het Dde regiment huzaren marcheerde te 4 v. Chenois af naar Latour, waar het daaraan toegevoegde bataljon zich zou aansluiten. Dit bataljon had echter voorposten betrokken en was nog niet verzameld ten gevolge van de late ontvangst der bevelen. De ca valerie rukte nu door, zonder op de infanterie te wachten, in de richting van Ethe; voorhoede het 4de eskadron; de hoofdmacht in marschcolonne langs den grooten weg. Er hing een zware mist. Op ongeveer 1 K.M. afstand van Ethe stiet de voorhoede op eene afdeeling Duitsche cavalerie. Deze werd teruggeworpen een gedeelte week uit naar Bleid, vervolgd door het 3de eskadronde rest trok terug naar Ethe, vervolgd door het voorhoede-eskadron. Oost van Ethe zaten de Duitschers af tot het gevecht te voet (6 v.) Nadat nu ook nog het 1ste eskadron door de Franschen tot het vuurgeveent was ontwikkeld, was dit spoedig in hun voordeel beslist. De voorhoede vervolgde daarop den marsch, terwijl het gros van het regiment voorloopig te Ethe bleef, om de voorhoede haren afstand te doen herwinnen. Al heel spoedig, in de nabijheid van het kasteel Gevimont ge komen, werd zij krachtig onder vuur genomen, naar het scheen door infanterie; de vijand bevond zich noord van den spoorweg in de daar gelegen bosschen. 485

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 35