althans in geen enkel opzicht daarbij gehinderd. De voorhoede had zwaar geleden; o.a. waren bijna alle officieren en een groot aantal onderofficieren gesneuveld. Des avonds was de 7de divisie in de omstreken van Villers-le- Roud weder vereenigd. Het gevecht der 7de divisie doet de nadeelen van de aanwezig heid van den A. B. bij de voorhoede sterk in het oog springen, terwijl de traditioneele redenen voor die aanwezigheid niet het min ste voordeel opleverdenvan een remmen van de voorhoede wegens te groote onstuimigheid was geen sprake; de ontwikkeling der voor hoede geschiedde onder de oogen van den A. B.eigen waarneming was niet mogelijk. Moge nu al het onbegrijpelijke initiatief van den commandant der hoofdmacht ten opzichte van de 13de brigade geheel onvoorzien zijn en niet geheel ten laste van de afwezigheid van den A. B. worden gebracht, zoo biijkt toch het volgende: 1. de A. B. houdt zicht veel te lang bij de voorhoede op, grijpt ook in het gevecht in; hij kan echter niet weg: zijne plaats was, toen hij aan de 13de brigade last gaf in te grijpen, zeker meer ach terwaarts. De bevelen aan de 13de brigade hadden langen tijd noodig om den commandant van dat troependeel te bereiken, zoo zij hem al bereikten. Hoewel de A.B. de berichten van de voor hoede eerder ontving, was dit van geen voordeel, daar het in ge vecht komen van de hoofdmacht er in geen enkel opzicht door werd vervroegd, integendeel, en hoe later deze ingreep, hoe moeilijker het voor haar zou worden, den noodigen steun te verleenen; 2. op het ingrijpen van de 13de brigade kon geenerlei invloed worden uitgeoefend om haar sneller voorwaarts te drijven; toch kon vaak de persoonlijke invloed van de A. B. door zijne aanwe zigheid veel uitrichten. Evenmin konden doeltreffende bevelen wor den gegeven voor den steun der artillerie aan den aanval der 13de brigade; thans was alles overgelaten aan het initiatief der onderaan voerders, en dat, waar het het voornaamste gedeelte der onder de bevelen van den A.B. staande troepenmacht gold; 3. de artillerie der hoofdmacht, 2 afdeelingen (24 stukken), bleef langen tijd werkeloos. Moge dit nu al niet voor den commandant dier artillerie pleiten, het feit, dat zulks het geval was, bewijst het gebrekkige der gevechtsleiding; 4. helaas ontbreken de noodige gegevens om te beoordeelen, of het bevel aan de 13de brigade om west van Ethe aan te vallen, 490

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 40