Een Rand Dan Defensie.
Gedurende de openbare behandeling in den Volksraad van het
voorontwerp eener regeling van den dienstplicht voor Inlanders en
daarmede gelijkgestelden kwam ook de instelling van een Raad van
Defensie ter sprake en wel het eerst in de rede van den Heer
Bergmeijer op 14 Jan. j.l. De Heer Bergmeijer betoogdetoen.dat
een Raad van Defensie niet kan uitblijven en dat deze raad „moet
uitmaken, op welke wijze Indië zal worden verdedigd, en, ook in
verband met de Regeering en de Volksvertegenwoordigers, zal
vaststellen, hoeveel millioen in eens en per jaar daarvoor zal kunnen
worden uitgegeven." Eerst dan zouden wij, volgens den spreker,
kunnen zien, wat wij voor het geld kunnen krijgen en hoe wij het
op de meest economische wijze kunnen besteden.
De opvatting, welke de Heer Bergmeijer blijkens het bovenstaande
van den werkkring van een Raad van Defensie heeft, vond geen
bevestiging in de motie, welke den !5den Jan. binnenkwam. Deze
motie noodigde de Regeering uit ten spoedigste een Raad van
Defensie in te stellen en bij dezen raad een volledige organisatie
onzer weermacht aanhangig te maken: het definitieve ontwerp zou
eerst dan in beraad worden genomen, wanneer het advies van den
Raad van Defensie aan den Volksraad zou zijn medegedeeld. Hieruit
blijkt, dat de onderteekenaars dezer motie, w. o. de Heer Bergmeijer,
zich een Raad van Defensie als een adviseerend lichaam dachten,
dus niet als een college, dat uitmaakt, hoe de verdediging geschie
den zal, zooals het christelijk-ethische lid den dag te voren verlangde.
Had de Regeeringsgemachiigde wellicht een voorgevoel van deze
verandering in de omschrijving van de taak van een Raad van De
fensie, toen hij, nog vóór de motie door den Voorzitter aangekondigd
en voorgelezen werd, in zijn beantwoording van de sprekers in
eersten termijn verklaarde niet te weten, of de Heer Bergmeijer
zich wel voldoende rekenschap gegeven had van het wezen van
een Raad van Defensie, voordat hij zijn meening daarover ten beste
gaf? „Uitmaken" is iets anders dan „adviseeren", al laat men het
„vaststellen" gebeuren in verband met Regeering en Volksvertegen-
492