den en elkanders maatregelen ongedaan maakten en dat het voor de Kamer ondoenlijk is de verschillende militaire vraagstukken in hun vollen omvang te beoordeelenzij zou in de voorstellen der verlangde staatscommissie een betrouwbaren gids hebben. Alzoo hoopten de voorstanders eener commissie, dat zij door haar studie het gemakkelijkst het voor Nederland meest geschikte mili taire stelsel zou vinden en dat een op die wijze gekozen stelsel de grootste kans op het vertrouwen van het volk hebben zou; tevens zouden haar voorstellen de Kamer de noodige voorlichting verschaffen. Hoewel dus met een ander doel voorgesteld, zou zij dezelfde kunnen zijn als de vroeger genoemde commissie, die zou hebben te onderzoeken, of de oorlogsuitgaven goed be steed werden. Verscheidene ledert gingen verder dan het bepleiten van de nood zakelijkheid eener staatscommissie als boven bedoeld. Zij zochten in een permanent lichaam, te noemen Raad van Landsverdediging, een middel om meer stabiliteit in het legerbeheer te verkrijgen. Zij wezen erop, dat de instelling van zulk een raad de politieke ver antwoordelijkheid van den Minister van Oorlog niet beperken, doch de technische leiding der defensie-aangelegenheden een meer zelf standig karakter verleenen zou. Dit was dus iets heel anders dan een staatscommissie, dienende tot vastlegging van zeker militair stelsel en tot voorlichting van de Kamer. Immers, de Raad van Landsverdediging zou dienen tot het geven van een meer zelfstandig karakter aan de technische leiding der defensiezaken, waardoor zij waarborgen zou verschaffen voor stabiliteit bij voordurende wisseling van ministers. Natuurlijk waren er ook tegenstanders èn van een staatscommissie èn van een Raad van Landsverdediging, Deze leden deelden de verwachtingen, die anderen van dergelijke lichamen bleken te hebben, volstrekt niet. Ook waren er, die vreesden, dat een Raad van Landsverdediging de behoudzucht aan kracht zou doen winnen. In de memorie van antwoord bleek de Minister van Oorlog, destijds Generaal Ridder van Rappard, een enquêtecommissie ratio- neeler dan een staatscommissie te vinden. Inderdaad, wanneer in den boezem der Tweede Kamer onzekerheid of wantrouwen bestaat over de wijze, waarop de oorlogsuitgaven besteed worden, dan ligt het voor de hand, dat zij gebruik maakt van het haar bij de grond wet toegekende recht van enquête. Overigens gaf de Minister toe, dat onder sommige omstandigheden een Raad van Landsverdediging een element van stabiliteit kan zijn, doch hij ontkende, dat zoo'n lichaam de technische leiding der defensie-aangelegenheden een 495

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 45