De Minister beloofde ernstige overweging van de denkbeelden van den Heer Lohman Den 21 sten Dec. d. a. v. verwierp de Kamer de oorlogsbegrooting, als gevolg waarvan het kabinet-DE Meester aftrad. Het werd ver vangen door een kabinet-Heemskerk, waarin Generaal Sabron zitting nam als minister van oorlog. Den lOden Maart 1903 legde Minister Heemskerk in de Tweede Kamer een verklaring af om zich zelf en zijn ambtgenooten bij de Kamer in te leiden. Hij deelde toen o.a. mede, dat de Regeering voornemens was een Raad van Defensie in het leven te roepen, waarin opper-en vlagofficieren met eenige niet-militaire leden zitting zouden krijgen. Den volgenden dag beraadslaagde de Kamer over de regeeringsver- klaring en toen richtte de Heer Drucker eenige vragen tot de Regeering over den aangekondigden Raad van Defensie. Hij stelde daarbij op den voorgrond dat een dergelijke instelling in de Kamer wel meermalen besproken was, doch dat hij geloofde, dat tot dusverre zich over de beteekenis van het instituut een vastejmeening gevormd had. Immers, er was over den Raad van Defensie'gesproken als een commissie van onderzoek naar bestaande militaire toestanden, maar ook als een col lege van studie, van gezag en invloed, dat de Regeering over be langrijke maatregelen voor de defensie zou hebben te adviseeren. De spreker wenschte nu te vernemen, welke beteekenis de door de Regeering aangekondigde Raad van Defensie hebben zou. In zijn antwoord deelde Minister Heemkerk mede, dat het wer kelijk de bedoeling was van den Raad van Defensie een duurzaam college te maken. Hij herinnerde eraan, dat verschillende sprekers in de Kamer vroeger de wenschelijkheid van een Raad van Defensie als waarborg van stabiliteit hadden betoogd, opdat niet de indivi- dueele opvattingen van een minister te veel zouden heerschen. Tot conservatisme op militair.gebied zou het nieuwe lichaam geen aan leiding geven, want het zou niets anders zijn dan een adviseerend college voor de Regeering.. Weldra had een ieder gelegenheid tot nadere kennismaking; bij Koninklijk besluit van 16 April 1908, No. 79, gecontrasigneerd door den Heer Heemskerk als minister van binnenlandsche zaken en door de beide militaire ministers, werd de veelbesproken raad ingesteld. In den considerans van het besluit heette het, „dat het ter bevordering van „'s Lands belangen, voorzoover de Zee-en Landmacht en de overige „weermiddelen van den Staat betreft, wenschelijk wordt geacht een „permanent college in te stellen, 't welk ten aanzien dier belangen „van advies kan dienen." 500

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 50