Een en ander ouer de 3apansche
weermacht gedurende het jaar 1919.
1. De leger- en ülootpolitiek der regeering.
Toen op het einde van September 1918 het kabinet-Hara de re
geering overnam van het kabinet-Terauchi, was de ontwerp-be-
grooting voor het dienstjaar 1919-1920 reeds vastgesteld; de aan
vragen voor de vloot ondervonden daardoor geen wijzigingen, aan
gezien de minister van marine in het nieuwe kabinet overging, doch
ook de nieuw opgetreden minister van oorlog kon geene aanzienlijke
wijzigingen meer aanbrengen in het ontwerp voor zijn departement,
zoodat uit de begrooting voor het dienstjaar 1919-1920 vooralsnog
geen klaar beeld kon worden gevormd omtrent de leger- en vloot-
poütiek der nieuwe regeering.
De begrootingen van oorlog en van marine werden zonder ernsti-
gen tegenstand door de beide deelen van den Rijksdag aangenomen.
Hoewel de begrooting van oorlog ongeveer 30 milioen yen aan ge
wone en buitengewone uitgaven meer bedroeg dan die van het vo
rige jaar, vroeg zij geen groote bedragen aan voor nieuwe onderne
mingen. De verhooging was voor een groot deel het gevolg van
verbetering der bezoldigingen, verhooging van menagegelden en van
de stijging van de prijzen voor levensmiddelen en fourages en van
grondstoffen. Tevens is de verhooging het gevolg van vermeerderde
bedragen op eenige posten voor een aantal komende jaren vastge
steld. Ook de marine vroeg na de haar in de vorige zitting toe
gestane gelden voor den aanbouw van de noodige schepen om te
komen tot eene sterkte van 8 slagschepen en 6 slagkruisers in eer
ste linie, geen aanzienlijke bedragen voor nieuwe ondernemingen aan.
De ontwerp-begrooting voor het dienstjaar 1920 - 1921 geeft thans
echter voldoende aanwijzingen voor de door het huidige kabinet te
volgen politiek ten opzichte van de landsverdediging en toont aan,
dat, toen de minister-president destijds in zijne beginselverklaring
de versterking der defensie als eerste punt op zijn programma plaat
ste, het geheele kabinet eensgezind was in zijn voornemen hiervoor
aanzienlijke bedragen aan te vragen.
512