TONNENINHOUD.
STOOMSCHEPEN.
Aantal
Bruto
Netto.
Van 20
tot
1000
ton
2.116
481.173
277.525
1000
2000
258
363.954
223.195
2000
3000
156
377.193
236 891
3000
4000
102
340.624
214.863
40C0
5000
53
236.137
156 751
5000
60CO
88
501.956
33o.216
6000
7000
31
199.328
131.121
7CO0
8000
21
156.691
101.f 59
8s 00
9COO
4
32 670
20 057
9000
10000
8
76.028
48 461
Boven 10.000
6
71.896
38.518
Totaal
2.843
2.840.650
1.784 257
Totaal boven
ICOO ton
727
2.356 477
1.506.7J3
Vergelijkende met den toestand der Japansche koopvaardijvloot
in 1918, blijkt, dat het totaal aantal handelsschepen toenam met
315, dat boven de 1000 ton met 139; dat de bruto tonnenmaat
toenam met 619.032 ton voor het totale aantal schepen en met
555.215 ton voor schepen boven de 1000 ton; deze toeneming
bedraagt respectievelijk 407.274 en 371.629 ton voor den netto
tonneninhoud.
De gedurende de laatste oorlogsjaren buitengewoon toegenomen
capaciteit der Japansche scheepsbouwwerven (1) is echter nog grooter,
dan uit dezen aanzienlijken aanwas de Japansche koopvaardijvloot
gedurende het jaar 1919 blijkt; volgens eene overeenkomst op het
einde van 1918 aangegaan tusschen Amerika en een aantal Japan
sche werven omtrent uitwisseling van voor den scheepsbouw be-
noodigd staal en te bouwen tonnenmaat, werden aan Amerika
gedurende het afgeloopen jaar een twintigtal vrachtschepen elk van
9000 ton afgeleverd.
Wel heeft de Japansche scheepvaart den terugslag gevoeld van
het weder beschikbaar komen en voor de vrachtvaart op de gewone
zeewegen plaatsen van Britsche schepenook gevoelt men danig
de mededinging van de Amerikaansche handelsviag op den Stillen
Oceaan en de Oost-Aziatische zeeën; de groote Japansche scheep-
1). De bouwcapaciteit der gezamenlijke werven wordt voor het jaar
1920 gesteld op tusschen 800.000 en 1.300.000 ton bruto.
519
JJ
it