vaartmaatschappijen staan echter financieel sterk genoeg om eene mededinging op alle zeeën te wagen en de verreikende bouwplan nen, welke deze bekend maakten, wijzen er op, dat zij allerwege een groot aandeel wenschen te nemen van het wereldverkeer ter zee. In verband met dezen bloei in handel, scheepvaart en nijverheid hield ook de stijging van Japan's goudreserve aan. Deze bedroeg op het einde van het jaar 1919 2.057 millioen yen tegen 1.580 millioen yen op het einde van 1918. terwijl Japan's schuld op het einde van November 1919 bedroeg ruim 1.311 millioen yen aan buitenland- sche en 1.4313/4 millioen yen aan binnenlandsche schuld. De gevreesde werkeloosheid deed zich gedurende 1919 nog niet voor; evenwel heerschte ontevredenheid in de japansche werkmans standen in ernstige mate, zoodat gedurende het geheele jaar in alle takken van fabrieksnijverheid onrust heerschte en allerwege stakingen voorkwamen, waarvan een aantal grooten omvang namen en gepaard gingen met ernstige rustverstoringen. Hoofdzakelijk was deze onrust het gevolg van de overmatige stijging der prijzen voor levensbehoef ten: hadden gedurende 1918, ten gevolge van de hooge rijstprijzen, in verscheidene deelen des lands een aantal onlusten plaats, welke evenwel niet het minste gewenschte gevolg hadden, nu ook gedu rende 1919 de prijzen van rijst en van andere levensbehoeften bleven stijgen, trachtten allerwege de werknemers door stakingen tot eene verbetering van hunne bezoldiging te komen. Bijna in alle gevallen slaagden de werklieden er in hunne omstandigheden te verbeteren: loonsverhoogingen van 50 tot 100 moesten door de werkgevers worden toegestaan en in meerdere gevallen werden aanzienlijke uitkee- ringen in eens aan de werklieden gedaandoor de gemaakte winsten bleef echter voor de werkgevers nog genoeg over om hunne eigen zakken te vullen en voor de maatschappijen om ongekend hooge dividenden aan haar aandeelhouders uit te keeren. Onder de rustverstoringen, welke van belang zijn, is de werkstaking aan de militare werkplaatsen te Tokyo wel de voornaamste. Ook hier ging het hoofdzakelijk om verhooging der loonen, daarnevens echter ook om eene algemeene verbetering der arbeidstoestanden. De staking omvatte ongeveer 8500 werklieden, vormende het geheele personeel der fabrieken in de voorsteden Oji Itabashi, behoorende tot de militaire werkplaatsen te Tokyo. Lang duurde de staking niet; den 28sten Augustus aangevangen en aanvankelijk gepaard gaande met gewelddaden, waardoor het optreden van aanzienlijke afdeelingen politie en gendarmerie, benevens eenige troepen, noodig was, werden na eenige dagen de eischen der stakers gedeeltelijk 520

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 70