ingewilligd, gedeeltelijk overweging toegezegd. Onder de eischen
kwam loonsverhooging met 40% en een negenurige werkdag boven
aan de lijst voor, terwijl tevens als voorwaarde voor het hervatten
van het werk werd gesteld, dat geen der leiders van de staking
gerechtelijk zoude worden vervolgd. De staking duurde slechts een
drietal dagen en werd met krachtige hand onderdrukt, waarbij al
dadelijk een der beloften werd gebroken, want onmiddellijk na het
hervatten van den arbeid werden eenige leiders gevangen genomen
en eene gerechtelijke vervolging tegen een twintigtal hunner aange
vangen, welke op het einde van het jaar nog niet afgeloopen was.
Het verloop der staking en der onderhandelingen gaf blijk, dat de
overheid zich niet klaar bewust is van wat er onder de arbeiders
broeit; het is toch niet denkbaar, dat men steeds voort zal kunnen
gaan met sterke hand den ontevreden geest onder de werklieden
te onderdrukken. Daarvoor zijn ook hier de toestanden gedurende
de laatste jaren te veel veranderd.
Het ligt buiten het bestek van dit artikel de omvangrijke en vaak
ernstige arbeidsonlusten, welke gedurende het jaar 1919 allerwege
in Japan voorkwamen, op den voet te volgen, evenzeer om de
arbeidsbeweging in dit land nauwkeurig na te gaan. Japan ontkomt
evenmin als Europa en Amerika aan eene evolutie van den werkne
mer, welke slechts al te vaak tot revolutie omslaat, en deze drukt
natuurlijk haar stempel op den algemeenen toestand van het
rijk. Is deze evolutie in westersche rijken echter langzaam ge
komen en heeft zij zich, niettegenstaande ernstige botsingen, over
eene reeks van jaren ontwikkeld, in Japan is het proces bezig in
korten tijd zich te ontwikkelen. Eene behoudende overheid (welke
partij ook aan het bewind is), niet gezind den werkman als mondig
te beschouwen en blijkbaar niet het gewicht der moderne arbeids
beweging voelende, tegenover eene aanzienlijke arbeidersbevolking,
aanvankelijk nog zonder geordende leiding en zich onbewust van
hare innerlijke kracht, doch tevens wetenschappelijk vooralsnog laag
staande, voor den buitenstaander zijn er teekenen en feiten te
over, welke er op wijzen, dat Japan in zijne binnenlandsche
toestanden ernstige tijden tegemoet gaat, waarvan de invloed zich
ook naar buiten zal doen gevoelen.
521
1. M. T. 33, 1920.