STAAT, aangevende de bedragen, welke j
is jaarlijks aan te vragen tot
Dienstjaar.
MILITAIRE HERVORMING.
Gewone
uitgaven.
Totaal.
Gewone
uitgaven.
Totaal.
1920-1921
8.182 375
15.039,622
23.221 997
236.133
3.800.183
4.036.316
1921-1922
12 263.086
5.343 304
17 606 390
1.680.507
6.795.034
8.475.541
1922-1923
14 569.025
3.992.645
18 561.670
3.738.805
5.798.035
9.536.840
1923—1924
14 936.118
1.607.670
16.593 788
6.223 439
4.815.765
11.039.204
1924-1925
15.220.116
291.545
15 511.661
8 954.470
3.804 737
12.059.207
1925-1326
15.632 037
261.897
15 893.834
9 092.538
4 145.385
13.237.923
1926-1927
15.843.135
181.365
16.024.5CO
9.189.289
4 350.113
13.539.402
1927—1928
15.924.987
152.316
16 077.303
9282.865
4.425 055
13.707.921
1928—1929
17 531.310
19.240.937
33.772 247
9.849.722
38.688.286
48.538.008
1929—1930
18 113.299
5.823 317
23.935.616
10.478.'163
45.804.289
56.282.452
1930-1931
18.152 175
42.764
18.194.939
11.194.939
49 426097
60.454.139
1931—1932
18.175.088
18.175.088
11.457.810
42.882 825
54.340.635
1932-1933
18.166.603
18.166.603
11.827.485
41.908 363
53.735.848
1933—1934
18.201.825
18.201.825
12.169.727
41.876.614
54.045.341
18.241.184
1)
51.977.382
2)
12 369.727
1)
298.520.782
2)
1), Geraamd jaarlijksch gemiddelde aan gewone uitgaven vanaf 1934.
2). Totaal der buitengewone uitgaven.
522
Troepenuitbreidingen eti verminderingen
van het bestaande en aanmaak van
nieuwe wapening en munitie.
Buitengewone
uitgaven.
Buitengewone
uitgaven.