ontbloot, welke troepen in Europa beschikbaar zijn om het oprukken in westelijke richting te verhinderen. Op Finland kan in het geheel niet worden gerekend, daar na de verkiezing van president Stahlberg, van een oorlog tegen sowjet Rusland in dat land geen sprake meer is. Van Estland is evenmin tegenstand te verwachten, daar het leger onder bevel van generaal Denison sterk communistisch is. Daaren tegen zijn de 20,000 Letten, die het front van de lijn Walmar Paczof tot Baws - Nowoftsel verdedigen, beslist anti-bolsjwistisch. Het kleine leger van Litauen, 12,000 man, is echter onbetrouwbaarna het échec van Denikin acht de regeering zich niet meer verplicht, hare in Reval gedane belofte na te komen, te minder, daar zij het van het grootste belang acht het door Polen bezette gebied te bevrijden, en daarvoor in de eerste plaats haar kruit droog wenscht te houden. Het Poolsche leger, dat het front van Dunaburg tot de Dnjestr verdedigt, bestaat uit de legergroep van generaal Szeptycke, sterk 50,000 man, die het front van Dunaburg tot de lijn Kobryn Homel bezet houdt, de legergroep van generaal Listowski, die met 12,000 man het front tot aan de lijn Kowel Sarny verdedigt, en de leger groep van generaal Iwaszkewicz, die met 60,000 man het front tot aan de Dnjestr bezet houdt. Dat de Poolsche soldaat dapper is. kan niet worden ontkend, een groot nadeel is echter, dat het leger eigenlijk uit drie deelen bestaat, en wel uit de vroegere Oostenrijk- sche, de vroegere Duitsche regimenten en het z.g. leger van Halier, dat uit in Frankrijk opgerichte regimenten bestaat, die elk voor zich hun eigen organisatie hebben behouden en door officieren worden aangevoerd, die van samenwerking niet gediend zijn. De officieren uit het Oostenrijksche en Russische leger beschouwen hunne col lega's van de Poolsche legioenen als minderwaardig, terwijl de Pool sche officieren, die in Franschen dienst zijn geweest, steeds de beste en mooiste betrekkingen verlangen; het gevolg daarvan is een voort durende strijd en groote oneenigheid onder de officieren, waaronder de dienst in hooge mate lijdt. In het zuiden sluit aan het Poolsche het Roemeensche leger aan, dat naar het heet 7 divisies sterk is, met ongeveer 84,000 man aan het front, en 36.000 man reserves. Tegenover het Russisshe leger van 180.000 man staan dus op het oogenblik op het westelijk front alleen de Letten, Polen en Roemenen met 246 000 man en 36.000 Roemeensche en ongeveer 100.000 man Poolsche reserven, doch daarbij mag niet uit het oog worden verloren, dat de Russen zonder gevaar troepen van een der andere fronten naar het westen kunnen brengen, daar immers van de anti-bolsjewistische Russische legers van Koltsiak, Deninkin en Joedenitsi zoo goed als niets meer is overgebleven. Maar afge zien hiervan is het niet waarschijnlijk, dat bij een aanval van Rus sische zijde de onmisbare samenwerking tusschen Polen en Roeme- niërs zal bestaan, zonder welke het onmogelijk zal zijn, een zege vierend Russisch leger tot staan te brengen. Want wanneer die sa menwerking ontbreekt, of wanneer het de sowjetregeering gelukt met Polen een overeenkomst te sluiten, dan is het aan geen twij fel onderhevig, dat Roemenië, in het binnenland door de ontevre denheid der boeren en der bevolking in Zevenbergen en Bessa- 525

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 75