De Heer Kalff schrijft over artillerie-inrichtingen te Amsterdam in
vroegere tijden
Ten slotte overzicht van tijdschriften en boekbespreking.
Arti Ieristische Tijdschrift, No. 3, Maart 1920.
Aan de hand van een te Brussel verschenen boekje, „La Défense
d'Anvers", bespreekt Majoor van Dam van Isselt de laatste phasen
van de verdediging van Antwerpen (7 tot en met 10 Oct. 1914).
Ik zal deze belangwekkende bespreking niet op den voet volgen,
doch mij bepalen tot het vermelden van een paar conclusiën, waar
toe schrijver komt. In de eerste plaats betreffende den duur van den
eerste-oefeningstijd, waartoe de ondervinding met de matrozen der
Britsche marinedivisie aanleiding geeft, n.l.De Engelsche twee-
maanders hebben bijna niets gepresteerd, zeer geringe verliezen door
vuur geleden, in enkele dagen bijna '/4 hunner sterkte aan verstrooi
den ingeboet en vormden den ernstig willenden Belgischen Generaal
Dossin én tijdens de verdediging én tijdens den terugtocht een blok
aan het been En dan wil men in Nederland een proef nemen met
z.g. voorgeoefende tweemaanders! Verder verlangt Schr. en ik ben
het volkomen met het eens verdwijning niet alleen van het woord,
maar ook van het begrip vestingartillerie. Alle artillerie moet zoo
veel mogelijk mobiel zijn, gewend aan optreden met infanterie in
het vrije veld, los van een bepaalde lijn
Kapitein Pannekoek maakt een paar opmerkingen over de plaats
bepaling in samenwerking met vliegtuigen, over den coëfficiënt voor
de zijwaartsche plaatsing van den waarnemer en over de verdeelingen
voor het meten en uitzetten van horizontale hoeken.
Kapitein Roldanus eindigt zijn zeer leerzame bijdrage over het schie
ten der vestingartillerie; ik beveel bestudeering van dit stuk zeer aan.
De Heer Kalff vervolgt zijn stuk over artillerie-inrichting te
Amsterdam.
De slotte de gewone rubrieken
Mayors, No. 1, Febr-
Kapitein Jhr. Alting van Geusau, Leeraar aan de Hoogere Krijgs
school, begint deze aflevering met een studie over het aanvallend
gevecht der infanterie naar de ervaringen van den laatsten oorlog,
in welke studie veel gebruik is gemaakt van een brochure van
Kapitein Waldemar Pfeifer, getiteld „Gesichtspunkte für die Ge-
fechtsausbildung der Infanterie im Angriff". Schrijver stelt voor op,
dat de theorie van den strijd om het vuuroverwicht tusschen de beide
infanterieën in dezen tijd der mitrailleurs geheel heeft afgedaan.
Een fronta e infanterieaanval zonder den steun der hulpwapens,
zijnde artillerievoorbereiding, begeleidende artillerie, mijnwerpers en
mitrailleurs, is in den regel geheel uitgesloten. Hij is alleen nog
mogelijk, wanneer men in boschterrein of bij nacht en nevel den
verdediger ongezien tot op 200 M. kan naderen. In plaats van het
begrip „vuuroverwicht" heeft het begrip „vuurdekking" zijn intrede
Curstveering van den Schrijver.
534