valler tot zwijgen te brengen. Daarvoor is de verdedigende artillerie te zwak, en mist ze den tijd, „et le répérage par le son ne donne rien dans le fracas de la bataille". Dan blijft alleen neutralisatie ovér, met GK. tegen ongedekte batterijen, met gasprojetielen tegen de overige. Om zelf aan vernietiging te ontkomen moet de verdedigende artillerie tot het laatst zwijgen of voor elke batterij meerdere emplace menten maken, zoodat ze op die manier aan beschieting ontkomt. Voor haar zijn dus noodig beweeglijkheid, natuurlijke maskes en verplaatsing. Revue militaire générale. No. 4, December'19. Generaal le Gallais besluit zijn artikel „Choses d'artillerie" met een hoofdstuk over de strooken van het gevechtsveld, die aan een bepaalde artilleriesoort behooren te worden toegewezen en een hoofdstuk over de projectielen. In het eerste zegt hij, dat de beginselen van het Fransche artil leriereglement van vóór den oorlog deugdelijk zijn gebleken, zoowel in den bewegings- als in den positiekrijg. Maar dikwijls zelfs tot het einde toe zijn ze niet toegepast als gevolg van onbekendheid van degenen, die de artillerie moesten bezigen, met de eigenschappen en het gebruik van dat wapen. De artillerie is zulk een belangrijk wapen geworden, dat het niet geoorloofd is, dat een divisiegeneraal of een legercommandant niet tot in de kleinste nauwkeurigheden de eigenaardigheden, het vermogen, het gebruik der artillerie kent en weet, wat men van haar mag verwachten en wat niet, evenmin als men zou kunnen toestaan, dat hij niet op de hoogte zou zijn van het marcheeren en het gevecht der infanterie. Oude reglementen zeggen, dat de eenige fout, die voor de cavalerie onvergevelijk is, „inactivité" genoemd moet worden. Van een chef kan men zeggen, dat onvergefelijk is, wanneer hij verzuimt aan de artillerie duidelijke en besliste bevelen te geven, wat betreft de taak, verdeeling en gebruik der beschikbare kanonnen. De divisiecommandant geeft aan de taak van de artillerie of van de verschillende groepen artillerie onder zijn bevelen, de verdeeling dier artillerie, de strooken, waarin zij vuur moet brengen, de opstellings plaatsen, de munitieaanvulling en de deelen, die in reserve blijven. De artilleriecommandanten bepalende verdeeling der strooken, de keuze der stellingen, de voorbereiding der bewegingen vooruit of achteruit, de verbindingen met de infanterie-eenheden, welke de artillerie moet ondersteunen, de aanwijzing der doelen, hetzij op verzoek der infanterie, hetzij op eigen initiatief, de bewaking van het slagveld en toezicht op de verschillende vuren. De invoering van meerdere nieuwe artilleriesoorten (n.l. legerkorps en legerartillerie) heeft de ingewikkeldheid nog wat opgevoerd en zoo is de werkingszóne (zóne d'action) iets nieuws. In de diepte wordt het terrein in drie strooken verdeeld, waarvan normaal de eerste toebehoort aan de Divisie-artillerie, de tweede aan de legerkorpsartillerie, de derde aan de legerartillerie. 540

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 90