De zónes houden verband met de dracht der verschillende artil leriesoorten, met dien verstande, dat de strooken elkaar soms bedekken en soms over elkaar heen vallen. De artillerie is zoo sterk geworden, dat zij in het gevecht in groepen (groupements) moet worden ingedeeld om de bevelvoering mogelijk te maken. Of die samenvoeging tot groepen moet geschieden volgens de opdrachten of volgens de drachten hangt van de omstandigheden af. In een zeer uitgebreide divisiesector wil Generaal le Gallais de veldkanonnen, de loopgraafmortieren en de kanonnen van 15,5 cM. met kleine drachten onder één commando brengen, en onder den divisiecommandant houden de 15,5 cM. kanonnen, welke wel het geheele front kunnen bestrijken. In een divisiesector met artillerie versterkt met het oog op een aanval, neemt hij de opdracht tot basis der indeeling. B.v. rechter- groeploopgraafartillerie en alle kanonnen van 7,5 cM. van den ondersector onder een kolonel. Linkergroep: hetzelfde (als er 3 regimenten infanterie zijn, die den aanval doen, 3 ondergroepen der artillerie, die hiermee overeenstemmen). Alle zware artillerie, korte kanonnen en mortieren vormen een afzonderlijken groep, terwijl ten slotte de divisiecommandant eenige batterijen of afdee- lingen van 7,5 cM. in de hand houdt voor bijzondere opdrachten (flanken of extra sterke deelen van het front, of wel voor bijzon derheden, die tijdens den aanval door vliegtuigen of op andere wijze worden gemeld Omtrent de projectielen merkt Generaal le Gallais op, dat de granaatkartets gebleken is te zijn het projectiel bij uitnemendheid tegen levende, ongedekte doelen. Evenwel, het kost duur, de ver vaardiging is ingewikkeld en het verliest alle uitwerking, wanneer het gebruikt wordt door officieren, die niet in staat zijn het inschieten behoorlijk te regelen. Al deze redenen en ook omdat de oorlog een mollenoorlog geworden is, hebben er toe geleid de brisantgranaat sedert 1915 tot het eenige courante projectiel te maken Van hoogerhand heeft men getracht de artillerieofficieren van deze dwaling terug te brengen, doch generaal le Gallais acht het begrijpelijk, dat zij een afkeer kregen van projectielen, die slecht afgewerkt waren en voorzien van buizen, die zeer onregelmatige brandtijden vertoon den. Noodig acht hij beter kruit, betere buizen en betere schietop- leiding, dan zullen de officieren zich herinneren, dat in '14 met GK.-vuur verkregen werden „des effets foudroyants décisifs". In 1915 verscheen een nieuw projectiel uitgevonden „par la bar= barie allemande", de gasgranaat. Het beste achtte hij de obus a y périte, die een vreeselijke uitwerking heeft en het verblijf in beschoten loopgraven en dekkingen soms lang daarna nog gevaarlijk maakt. Zij zijn daarom uitgesloten voor aanvallend gebruik. Erger, hun gebruik wijst erop, dat de gebruiker niet aanvalt. Dit is een bezwaar. In een artikel „De ontwikkeling van den inlichtingendienst geduren- den den oorlog" merkt de Commandant Colin op, dat die dienst, behalve in den staf der legers en hooger, niet, of zoo goed als niet, georganiseerd was. Eerst langzamerhand werden ook in de lagere eenheden meer en meer moderne hulpmiddelen benut om den sluier 541

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 91