Boekbespreking. Handleiding voor het onder wijs in de Gymnastiek door Dr. W. P. Hubert van Bleyen- BURGH, Kapitein der Artillerie, Di recteur der Militaire Gymnastiek- school. Tweede omgewerkte druk. De eerste druk van de hierboven vermelde handleiding werd door den Schrijver als hoofd van onderwijs van de Gymnastiek- en Sportschool der Koninklijke Marine vervaardigd. Destijds was het Zweedsche gymnastiekstelsel nog niet door de landmacht in Nederland aanvaard. Nadat de „Commissie in zake de lichamelijke ontwikkeling in het leger' in opdracht van Zijne Exc. den Minister van Oorlog, een grondig onderzoek naar de bestaande gymnastiekstelsels had ingesteld, werd ter vervanging van het bestaande Nederl -Duitsche gymnastiekstelsel het Zweedsche gymnastiekstelsel bij het Nederland- sche leger ingevoerd en werd Dr. W. P. Hubert van Bleyenburgh tot directeur der Militaire Gymnastiekschool benoemd. In het voorbericht voor den tweeden omgewerkten druk geeft Schrijver in het kort aan de wijze, waarop het onderzoek plaats had, en het eind-resultaat. In het verslag van evengenoemde com missie staat een en ander uitvoerig beschreven. De tweede druk komt in hoofdzaak overeen met den eersten druk.. De inleiding van den tweeden druk is echter aanmerkelijk uitge breid, voor wat betreft het doel en de beteekenis van het gymnas tiekonderwijs en vooral wat betreft de algemeene beginselen voor het gymnastiekonderwijs, terwijl als aanhef werd toegevoegd een behandeling van het doel en de beteekenis der lichaamsoefe ningen, waarin de lichaamsoefeningen onderscheiden werden in: 1. sportieve oefeningen, 2. practische oefeningen en 3. hygiënische oefeningen, en waarin vermeld wordt, welke oefeningen daaronder verstaan worden en bovendien de hoofdkenmerken ervan. Onder „Algemeene beginselen voor het gymnastiekonderwijs" worden de grondslagen der hygiënische oefeningen en de physio- logische grondslagen uitgebreid behandeld Voor wat de „Oefe ningen" betreft, werden o.m. het rusten op de plaats en looppas met dijheffen toegevoegd en wijzigingen aangebracht bij hals- en spanftoojfoefeningen en het marcheeren, terwijl in het Aanhangsel kleine wijzigingen in het zwemonderricht werden aangetroffen. De handleiding is thans zoowei voor land- als voor zeemacht bestemd. 663

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 111